Wat was het dat, dat je moeder of tante je als kind opdroeg als je voor het eerst bij hen thuis kwam? Het was: “Neem een stuk fruit!” Het fruit lag op tafel, opgestapeld in een schaal, te glimmen en te wachten tot je een sappige appel nam, je tanden erin zette en glimlachte.
Toen was er de tandarts die moeders adviseerde om hun kinderen appels te laten eten om hun tanden en tandvlees van de nodige voeding te voorzien. Waar haalde die tandarts die informatie vandaan?
Wie wist dat het fruit dat men ons zo graag wilde laten eten, een dodelijk geheim zou verbergen dat deels was bedacht door nazi’s die mensen wilden doden? Hoe kan er een verband bestaan tussen gezond fruit en een stof die bedoeld is om te doden, niet om te voeden? En waarom wordt het vandaag de dag nog steeds gebruikt?
Een overzicht van waar en hoe deze gevaarlijke stoffen zijn ontstaan is op zijn plaats en het is niet verwonderlijk dat de meesten van ons niets weten over de oorsprong ervan. Evenmin weten we over de belangstelling van ons eigen land voor de ontwikkeling van chemische wapens en hun bereidheid om alles te doen wat nodig was om dat doel te bereiken, inclusief het omhelzen van nazi’s.
De zoektocht naar bestrijdingsmiddelen begint
Tijdens de Tweede Wereldoorlog wilde Hitler dat zijn natie geen voedsel meer hoefde te importeren uit omringende landen. Het “Duizendjarige Rijk” moest in alles zelfvoorzienend zijn, maar vooral in voedsel.
Hitler gaf daarom zijn chemici de opdracht nieuwe bestrijdingsmiddelen te ontwikkelen die vernietiging van gewassen zouden voorkomen. Bij het ontwikkelen van deze pesticiden bleek een ongebruikelijke ontdekking ongelooflijk gevaarlijk en zeer giftig te zijn voor de mens.
De chemicus die deze taak kreeg, probeerde verschillende brouwsels uit en kwam uiteindelijk met een op fluor en zwavel gebaseerd pesticide dat zowel fosfor als cyanide combineerde. De chemicus zelf werd, na te zijn blootgesteld aan een minieme hoeveelheid van het materiaal, gedurende verscheidene weken in het ziekenhuis opgenomen, maar dit was een goed teken dat hij op de goede weg was.
Het gif kon, ongetwijfeld, in verdunde oplossingen voedselongedierte vernietigen, maar veroorzaakte ook braken, kortademigheid, verwijding van de pupillen, kwijlen, zweten, diarree en de dood bij zoogdieren waarop men het testte.
Zij beschouwden het experiment als mislukt omdat de Nazi’s wilden dat het bruikbaar was op ongedierte, niet op dieren en, aangezien het zeer giftig was voor mensen, was dat een groot probleem. De onderzoeker in zijn laboratorium had een van die lichtbollenmomenten en waarschuwde het Duitse leger voor het gebruik van dit nieuwe materiaal dat hij had samengesteld.
Van daaruit pakten ze de bal op en begonnen een reeks wijzigingen aan te brengen in de chemische basisstructuur. Het moest als wapen worden gebruikt.