Hadar, vindplaats van paleoantropologische opgravingen in de vallei van de benedenloop van de Awash-rivier in de Afar-regio van Ethiopië. Het ligt langs het noordelijkste deel van Afrika’s Oostelijke (Great) Rift Valley, ongeveer 185 mijl (300 km) ten noordoosten van Addis Abeba. De benedenvallei van de Awash-rivier, d.w.z. het Hadar-gebied, werd in 1980 aangewezen als UNESCO-werelderfgoed.
De overblijfselen van Hadar omvatten gedeeltelijke skeletten van Australopithecus afarensis, een belangrijke soort in de menselijke evolutie. In het begin van de jaren zeventig werd op Hadar begonnen met belangrijke paleontologische werkzaamheden onder leiding van de Amerikaanse antropoloog Donald Johanson. Zijn team ontdekte een voor 40 % compleet vrouwelijk skelet van A. afarensis, dat in de volksmond bekend werd als Lucy. De resten, die 3,2 miljoen jaar geleden werden gedateerd, leverden verder bewijs dat in de menselijke evolutie het lopen op twee benen (bipedalisme) voorafging aan de toename van de hersenomvang. Het bekken en de beenderen wijzen op een rechtopstaande houding, maar de schedelbeenderen onthullen een beperkte schedelinhoud, vergelijkbaar met die van moderne chimpansees. De A. afarensis-niveaus in Hadar variëren van 3,4 tot 2,9 miljoen jaar oud en omvatten meer dan 200 fossielen van één enkele vindplaats (Afar Locality 333), die ten minste negen volwassenen en vier jonge dieren vertegenwoordigt die op hetzelfde moment zijn afgezet. Grondige analyses van de overblijfselen brengen een patroon aan het licht dat overeenkomt met één enkele, zeer variabele soort, waarvan de mannetjes aanzienlijk groter waren dan de vrouwtjes, hoewel de mogelijkheid bestaat dat het monster in plaats daarvan bestaat uit twee verschillende hominins (leden van de menselijke afstamming). De vindplaats heeft ook de vroegst bekende overblijfselen van het menselijke geslacht, Homo, opgeleverd, die dateren van 2,3 miljoen jaar geleden, samen met enkele van de vroegst bekende bewijzen van het gebruik van werktuigen.
De Oostelijke Riftvallei, gelegen op het kruispunt van de Arabische, Somalische en Afrikaanse tektonische platen, heeft aanzienlijke geologische veranderingen doorgemaakt. Gedurende verscheidene miljoenen jaren hebben talrijke vulkaanuitbarstingen lagen vulkanische as op Hadar neergelegd, waardoor fossiele resten werden bedekt met een opeenvolging van lagen die door onderzoekers systematisch zijn geïdentificeerd en gedateerd. Seismische activiteit in combinatie met zware erosie heeft het fossielenbestand van de regio geleidelijk blootgelegd, waardoor er veel minder opgravingen nodig zijn om resten van hominidae te vinden. Deze omstandigheden maken Hadar tot een van ’s werelds rijkste bronnen van informatie over de fysiologie en de habitats van hominensoorten.