Dit onderzoek onderzocht de prestaties van eidetische proefpersonen, geclassificeerd volgens de standaard zelfrapportage criteria, op een set van objectieve en subjectieve maten. Eidetische proefpersonen waren statistisch superieur aan controles op een ‘nauwkeurigheid van verslag’ test en een superpositie taak, maar deze verschillen waren niet zo groot dat ze overtuigend bewijs leverden voor de uniciteit van eidetische beeldspraak. Verdere experimenten onderzochten de effecten van stimulusmanipulaties – type interferentie en niveau van verlichting – op respectievelijk visuele retentie en duur van het fenomenale beeld. Het patroon van de effecten verschilde duidelijk tussen eidetische proefpersonen en een controlegroep die overeenkwam met een maat voor de capaciteit voor visueel geheugen. Deze bevindingen leveren samenvattend bewijs voor een kwalitatief onderscheid tussen eidetische beeldspraak en visueel geheugen dat niet berust op verschillen in opslagcapaciteit. Eidetische beelden blijken een langdurige, percept-achtige ervaring te zijn die aanzienlijk varieert in helderheid en definitie; de duur ervan is kritisch afhankelijk van het verlichtingsniveau en de inhoud ervan wordt gemakkelijk verstoord door visuele stimuli die daarna komen.