Ter hoogte van het kleine en bescheiden stadje Colditz in Saksen staat een kasteel in Rennasiance-stijl met een kleurrijke maar sombere geschiedenis. Gebouwd in de Middeleeuwen door de Duitse koning Hendrik IV en de thuisbasis van de keurvorsten van de Heilige Roomse Keizer, kreeg het kasteel internationale bekendheid tijdens zijn tijd als een formidabel krijgsgevangenenkamp tijdens de Tweede Wereldoorlog.
Gelegen op de top van een steile klif van 255 meter met de rivier de Mulde eronder, en diep in het hart van nazi-gebied, zo’n 400 mijl naar de grens, was kasteel Colditz (Schloss Colditz) een streng beveiligde gevangenis die de Duitsers als ontsnappingsbestendig beschouwden. Bekend als Oflag IV-C, werden hier voornamelijk hooggeplaatste Geallieerde officieren en degenen die herhaaldelijk uit andere minder veilige kampen waren ontsnapt, opgesloten. Het werd in feite een gevangenis vol ontsnappingsartiesten.
De ondoordringbare dikke muren en steile kliffen van het kasteel weerhielden de gevangenen van Colditz niet, die ingewikkelde ontsnappingstechnieken bedachten en met ingenieuze en verfijnde strategieën kwamen. Helaas voor de Duitsers werden er tijdens de oorlog 300 ontsnappingspogingen uit dit onontkoombare fort ondernomen, waarvan er 30 succesvol waren. De strenge veiligheidsmaatregelen hielden geen rekening met de durf en sluwheid van de gevangen officieren. Van tunnels graven, zich verkleden of een zweefvliegtuig bouwen, de sluwheid van de gevangenen betekende dat de bewakers voortdurend op hun hoede moesten zijn.
Na de bevrijding door de Amerikaanse strijdkrachten in 1945, inspireerden de memoires van ontsnapte gevangenen tientallen films, TV producties, video games, en zelfs bordspellen. Met name de memoires van de Britse legerofficier Pat Reid vormden de inspiratie voor de film The Colditz Story. Andere producties zijn The Birdmen, Escape from Colditz, en de 2005 TV show Colditz.