Infant and Toddler Basics: Development During the First Three Years

Dennis Murphy kunst, de weg naar ontwikkelingAmy Halliburton
MU Graduate Student
Sara Gable
State Specialist, Human Development and Family Studies

Tussen de geboorte en de leeftijd van drie jaar bereiken kinderen snel veel belangrijke mijlpalen die de basis leggen voor latere groei en ontwikkeling. Al vroeg in hun leven zijn baby’s afhankelijk van anderen om in hun behoefte aan veiligheid en geborgenheid te voorzien. Wanneer baby’s warme, consistente zorg en aandacht van volwassenen krijgen, zijn ze in staat om een gevoel van vertrouwen in de wereld te ontwikkelen. Ze leren dat belangrijke verzorgers hen zullen voeden, verschonen, in bad zullen doen en met hen zullen spelen. Dit vertrouwen is een belangrijke eerste stap in de ontwikkeling van kinderen tijdens de peuterjaren, een tijd waarin kinderen onafhankelijk worden door hun omgeving te verkennen. Als peuters hun verzorgers vertrouwen en hen gebruiken als een veilige basis van waaruit ze op onderzoek uitgaan, hebben ze meer vertrouwen in hun pogingen om de wereld te leren kennen. Bovendien, als kinderen bang worden of gevaar tegenkomen, hebben ze het vertrouwen om zich af te wenden en terug te keren naar hun veilige basis voor geruststelling en bescherming. Peuters ervaren ook een nieuw gevoel van zelfbewustzijn dat groeit uit hun toenemende verlangen om dingen voor zichzelf te doen. Met andere woorden, peuters worden elke dag zelfstandiger. Voor peuters zijn het leren zichzelf te voeden en zindelijk worden belangrijke en opwindende prestaties. Deze markeringen vormen het noodzakelijke uitgangspunt voor groei en leren tijdens de kleuterjaren.

Dennis Murphy art, speed limitHet helpen van kinderen om zich veilig en geborgen te voelen tijdens de babytijd en later het aanmoedigen van de exploratie van peuters zijn belangrijke verantwoordelijkheden voor volwassenen. Kinderen die hun verzorgers vertrouwen, zullen eerder vol vertrouwen hun omgeving verkennen en een gevoel van gezonde onafhankelijkheid ontwikkelen. En naarmate kinderen onafhankelijker worden, ontstaat een positief gevoel van zelfbeheersing en eigenwaarde. Zorgverlenende volwassenen hebben een prachtige kans om de onafhankelijkheid van kinderen te bevorderen en, op hun beurt, hun positieve gevoel van eigenwaarde. De volgende informatie biedt algemene kennis over de ontwikkeling van kinderen tijdens de baby- en peutertijd, waaronder lichamelijke ontwikkeling, denken en leren, gevoelens uiten, bewustzijn van zichzelf en anderen, en communicatie. Er worden specifieke suggesties gedaan voor hoe volwassenen de ontwikkeling van kinderen positief kunnen beïnvloeden. Er wordt ook speciale aandacht besteed aan verschillende onderwerpen die vooral belangrijk zijn tijdens de baby- en peutertijd, met name:

  • Toilettraining
  • Bijten

Ontwikkeling tussen geboorte en 30 maanden

Elk kind groeit en ontwikkelt zich in zijn of haar eigen tempo. Kinderen vertonen op verschillende momenten ontwikkelingskenmerken. In de onderstaande tabel staan kenmerken die kinderen in de leeftijd van 2,5 tot 2,5 jaar gewoonlijk vertonen tijdens hun groei en ontwikkeling. Voor elk type ontwikkeling (bijv. lichamelijk, communicatie) worden eerst de kenmerken van jongere kinderen genoemd, gevolgd door de kenmerken die kinderen vertonen naarmate ze ouder worden (d.w.z. de kenmerken van jongere kinderen staan bovenaan elke lijst, die van oudere kinderen staan onderaan).

Ontwikkelingstabel: Fysiek

Geboorte tot 8 maanden

Karakteristieken

  • Reikt naar interessante voorwerpen
  • Steekt hand/voorwerpen in mond
  • Reeds herhaaldelijk grijpt voorwerpen vast en laat ze los
  • heft en houdt hoofd omhoog
  • zit alleen
  • rolt zich om
  • kruipt

Wat kunnen volwassenen doen?

  • Geef uw baby voorwerpen om vast te houden, te porren, te zwaaien en te grijpen. Zorg ervoor dat het voorwerp te groot is om volledig in baby’s mond te passen.
  • Steun baby’s nek en hoofd bij het oppakken of neerleggen.
  • Versterk de nekspieren door spelletjes te spelen waarbij baby ogen/hoofd van links naar rechts beweegt (bijv, Beweeg een speeltje langzaam heen en weer voor het gezicht van de baby).

8 tot 18 maanden

Karakteristieken

  • Zit in stoelen
  • Trekt zichzelf op om te staan
  • Loopt als hij geleid wordt,
  • Gooit voorwerpen
  • Loopt trappen op
  • Loopt achteruit
  • Werkt mee bij het aankleden
  • Houdt vingerhapjes vast
  • Gebruikt lepels en bekers
  • Krabbelt met kleurpotloden

Wat kunnen volwassenen doen?

  • Zorg ervoor dat uw kind een veilige omgeving heeft om te verkennen. Alles waarmee een baby zich kan optrekken, moet stevig zijn en vastzitten om zijn/haar gewicht te ondersteunen.
  • Probeer het gebruik van loopstoeltjes te vermijden, omdat ze gevaarlijk kunnen zijn en de normale ontwikkeling van spieren en gewrichten kunnen belemmeren. Als u toch een looprek gebruikt, zorg er dan voor dat uw huis veilig is (b.v, sluit deuren, plaats hekjes bovenaan de trap; leg alle elektrische snoeren buiten bereik, zorg voor gladde oppervlakken, houd kinderen uit de buurt van waterbronnen zoals badkuipen en toiletten).

18 tot 36 maanden

Karakteristieken

  • Loopt de trap op/af
  • Staat op één voet
  • Staat en loopt op de tenen

Wat kunnen volwassenen doen?

  • Bescherm de voeten van uw peuter met schoenen als u leert buiten te lopen.

Ontwikkelingstafel: Denken en leren

Geboorte tot 8 maanden

Karakteristieken

  • Gebruikt zintuigen (gehoor, zicht, reuk, smaak, tastzin) en reflexen om te leren
  • Troost zichzelf door op fopspeen of duim te zuigen
  • Kijkt naar anderen voor informatie over sociale situaties

Wat kunnen volwassenen doen?

  • Leest prentenboeken met uw baby.
  • Zingt tegen uw baby (bijv, slaapliedjes).
  • Bied baby’s felgekleurd speelgoed aan dat varieert in vorm en textuur (bijv, een hobbelige bal; een glad plastic blok).
  • Gebruik uw gezicht en stem om uw baby gerust te stellen.

8 tot 18 maanden

Karakteristieken

  • Wordt angstig als hij van dierbaren wordt gescheiden
  • Acties worden meer opzettelijk (bv,

Wat kunnen volwassenen doen?

  • Speel kiekeboe. Dit kan een goede manier zijn om afscheid te nemen en uw kind te leren dat u terug zult komen.
  • Speel verstoppertje om uw kind te leren dat voorwerpen nog steeds bestaan, zelfs als ze niet kunnen worden gezien.

18 tot 36 maanden

Karakteristieken

  • Begrijpt dat mensen en voorwerpen bestaan, ook als ze niet kunnen worden gezien
  • Denkt vooruit over de toekomst toekomst en achteruit over het verleden
  • Voorwerpen kunnen gebruikt worden om andere dingen voor te stellen (kom wordt gebruikt als hoed)
  • Laat andermans handelingen toe

Wat kunnen volwassenen doen?

  • Lees uw kind voor! Het is niet erg als uw kind wil dat u een lievelingsverhaaltje steeds opnieuw voorleest.
  • Stel uw peuter eenvoudige muziekinstrumenten ter beschikking, zoals een tamboerijn.
  • Laat uw peuter u helpen met eenvoudige klusjes (bv. sokken passen; speelgoed opbergen; servetten op tafel leggen).
  • Stimuleer doen alsof.

Ontwikkelingstafel: Gevoelens uiten

Geboorte tot 8 maanden

Karakteristieken

  • Uitdrukken van vele emoties, waaronder vreugde, angst, verdriet, boosheid, plezier, opwinding, geluk, teleurstelling
  • Herkent primaire verzorgers en uit positieve emoties jegens hen

Wat kunnen volwassenen doen?

  • Knuffel vaak met uw baby. Geef baby veel knuffels en kusjes.
  • Label de gezichtsuitdrukkingen van baby en bespreek emotionele ervaringen.

8 tot 18 maanden

Karakteristieken

  • Wordt nerveus als de primaire verzorger uit het zicht is en er vreemden bij zijn
  • Toont genegenheid (knuffels, kusjes)
  • Uit intense gevoelens voor ouders

Wat kunnen volwassenen doen?

  • Geef je kind een foto van jezelf.
  • Maak een bandje van jezelf waarop je een lievelingsboek voorleest of een lievelingsliedje zingt.
  • Maak het afscheid positief. Geef je kind een knuffel en een glimlach. Verzeker uw kind dat u hem/haar later weer zult zien.

18 tot 36 maanden

Karakteristieken

  • Demonstreert trots en plezier wanneer het iets bereikt
  • Uit gevoelens van verlegenheid en schaamte
  • Stemmingen veranderen snel
  • Gevoelens van angst nemen toe (monsters onder het bed)
  • Betekent gevoelens
  • Begint gevoelens van anderen te begrijpen

Wat kunnen volwassenen doen?

  • Help je peuter emoties te labelen (bijv, “Je bent boos op me omdat ik die steen heb afgepakt!”).
  • Creëer mogelijkheden voor je kind om succes te ervaren (bijv. speelgoed opruimen, zelf eten geven) en spreek verbaal je trots uit over de prestaties van je kind.

Ontwikkelingstafel: Bewustzijn van zichzelf en anderen

Geboorte tot 8 maanden

Karakteristieken

  • Geïnteresseerd in eigen lichaam
  • Kijkt graag naar menselijke gezichten
  • Begint en eindigt interacties met anderen door te glimlachen en te staren
  • Verkent bekende en onbekende mensen

Wat kunnen volwassenen doen?

  • Bereantwoord op de blikken van uw baby met uw gezicht (bijv, glimlach) en met woorden.
  • Bied baby’s bordboekjes aan met foto’s van andere baby’s.
  • Presenteer foto’s van belangrijke vrienden en familieleden.

8 tot 18 maanden

Karakteristieken

  • Reageert op eigen naam
  • Geïnteresseerd in andere kinderen; Bouwt relaties op door te spelen en voorwerpen te delen
  • Luistert goed naar gesprekken van volwassenen
  • Kijkt naar zichzelf in spiegels
  • Wordt assertiever
  • Vertrekt omgeving

Wat kunnen volwassenen doen?

  • Wijs uw baby op vormen, voorwerpen en kleuren en praat erover.
  • Maak kindveilige spiegels beschikbaar voor uw baby.

18 tot 36 maanden

Karakteristieken

  • Herkent eigen kracht (“Nee!”
  • Vindt het leuk om met andere kinderen te spelen en samen te werken
  • Bepaalt emoties en gedrag

Wat kunnen volwassenen doen?

  • Moedig uw kind aan en prijs het voor het delen.
  • Creëer keuzes en opties voor kinderen om te oefenen met “Nee” zeggen (bijv, “Wil je vandaag je rode shirt aan? Je blauwe? Je groene?”).

Ontwikkelingstafel: Communication

Birth to 8 month

Characteristics

  • Us coos, grunts, facial expressions, cries, and gurgles to communicate
  • Body movements such as cuddling, oogcontact, en arm- of beenbewegingen gebruikt om te communiceren
  • Brabbelt en praat tegen zichzelf
  • Kijkt naar voorwerpen bij naam

Wat kunnen volwassenen doen?

  • Baby’s vinden het heerlijk om de stem van hun ouders te horen – praat vaak tegen je baby, zowel met woorden als met een glimlach.
  • Ontdek altijd de reden waarom een baby huilt. Wanneer hij/zij getroost moet worden, probeer dan verschillende strategieën om hem/haar te kalmeren, zoals voeden, boertjes laten, de luier verschonen, hem/haar in een andere houding houden, zachtjes zingen, of hem/haar meenemen voor een ritje in de wandelwagen.
  • Geef betekenis aan de communicatieve pogingen van uw baby (bijvoorbeeld, wanneer de baby lacht en gromt, zeg dan: “Oh, je lachte! Je bent vast blij!”).

8 tot 18 maanden

Karakteristieken

  • Gebaren om behoeften en wensen kenbaar te maken Leert en gebruikt meer woorden
  • Combineert woorden tot eenvoudige zinnen

Wat kunnen volwassenen doen?

  • Verbaal interpreteren van de acties van uw baby (bijv, Als de baby naar zijn fles wijst, zeg dan: “Wil je je melk? Het zit in je flesje!”).
  • Stel je kind vragen die hij/zij kan beantwoorden door om zich heen te kijken en te wijzen (bijvoorbeeld: “Zijn dat jouw schoenen?”).
  • Verhaal gebeurtenissen die plaatsvinden terwijl je met je kind omgaat (bijvoorbeeld: “Je stuiterde de bal. Ik ving de bal, nu rol ik de bal naar je toe.”)

18 tot 36 maanden

Karakteristieken

  • Zinnen gebruikt om gevoelens en behoeften over te brengen
  • Luistert naar verhaaltjes

Wat kunnen volwassenen doen?

  • Lees veel boeken.
  • Maak regelmatig een praatje met uw kind, waarbij u de nadruk legt op het nemen van de beurt. Zorg ervoor dat u uw kind volgt tijdens het gesprek.

Uw browser ondersteunt de videotag niet.

Toilettraining

De meeste kinderen zijn met succes klaar met zindelijkheidstraining als ze drie jaar oud zijn. Dit is een belangrijke mijlpaal van onafhankelijkheid voor peuters, omdat ze meer controle krijgen over hun eigen lichaam. Ouders en andere belangrijke verzorgers spelen een cruciale rol bij het vergemakkelijken van deze overgang in het leven van hun kinderen. Kinderen hebben in deze periode extra aandacht en genegenheid nodig. Met de steun van leerkrachten en kinderverzorgers kunnen ouders van zindelijkheidstraining een succesvolle leerervaring maken. Hieronder vindt u tips voor zindelijkheidstraining van uw kind.

  • Op zoek naar signalen die aangeven dat uw kind klaar is voor zindelijkheidstraining
    • Bewust van een natte luier of stoelgang in luier
    • Gebruikt woorden om behoeften uit te drukken
    • Bewustheid met zindelijkheidstraining (door observatie en gesprek)
    • Meisjes kunnen meestal eerder zindelijkheidstraining krijgen, rond 18 maanden of later, dan jongens, die gewoonlijk rond 22 maanden of later met zindelijkheidstraining beginnen.
  • Plan vooruit
    Kies een gemakkelijk weekend/weekdag uit waarop weinig andere activiteiten gaande zijn om met de zindelijkheidstraining te beginnen. Lees boeken over zindelijkheidstraining en praat erover. Zorg dat u veel oefenbroekjes klaar hebt liggen.
  • Begin ’s morgens
    Zodra uw kind wakker wordt, stelt u voor dat hij of zij probeert op het potje te gaan zitten. Als hij of zij weigert, slaat u het gewoon over en probeert u het later nog eens.
  • ’s Ochtends lezen
    Na het ontbijt verzamelt u een paar van de favoriete boeken van uw kind. Laat hem/haar op het potje zitten en lezen. Zorg ervoor dat de boeken interessante plaatjes en een goed verhaal hebben, want uw doel is hem/haar aan te moedigen daar een tijdje te gaan zitten en te ontspannen. Aangezien hij/zij net heeft gegeten en gedronken bij het ontbijt, is de kans groot dat er op zijn minst wat urine uitkomt. Prijs uw kind voor zijn/haar succes. Laat hem/haar spoelen en zich wassen.
  • Een keer per uur
    Plan een timer die elk uur afgaat. Vertel uw kind dan enthousiast dat het “Tijd om weer te gaan!” of “Tijd om meer boeken te bekijken!” Vermijd tijdens de trainingsfase te vragen of ze op het potje willen of moeten – ze weten echt niet of ze moeten gaan. Als u het vraagt, geeft u het kind de kans om “Nee” te zeggen, wat een legitieme reactie is.
  • Ongelukjes
    Toilettraining is een nieuwe vaardigheid die kinderen leren door te oefenen en te experimenteren. Het is niet erg als uw kind een ongelukje heeft. Blijf kalm en stel uw kind gerust dat het goed is. Laat het kind helpen met opruimen en aankleden, zodat het zich goed voelt over de dingen die het kan doen.
  • Wees consequent
    Als uw kind eenmaal klaar is om met zindelijkheidstraining te beginnen, zet u zich er dan voor in. Schakel niet heen en weer van luiers naar ondergoed – het is verwarrend en het kind verliest zijn of haar gevoel van controle over het proces.
  • Wees behulpzaam
    U kunt de zindelijkheidstraining vergemakkelijken door er met uw kind over te praten, door uw kind naar het toilet te begeleiden wanneer u hem of haar op school afzet, en door veel extra kleren mee te geven die uw kind zelf aan en uit kan trekken.
  • Deel het plan
    Wanneer u zich opmaakt om uw kind zindelijkheidstraining te laten volgen, moet u uw plan (bijv, een schriftelijke samenvatting) met andere belangrijke volwassenen in het leven van uw kind (bijvoorbeeld verzorgers).

Dennis Murphy kunst, voorzichtigheid bijten

Bijten

Wanneer een kind een ander persoon bijt, is dat voor iedereen verontrustend. Bijten komt vaak voor bij zeer jonge kinderen, vooral in groepsverband, zoals in de kinderopvang. Het is heel belangrijk dat volwassenen begrijpen waarom kinderen bijten, zodat ze kinderen kunnen helpen om meer geschikte manieren te vinden om zich te uiten. De tabel op pagina 6 geeft een overzicht van de redenen waarom kinderen bijten, strategieën om bijten te voorkomen en strategieën om te reageren op bijten.

Redenen waarom kinderen bijten en strategieën om bijten te voorkomen

Bijten bevredigt hun sterke behoefte aan onafhankelijkheid en controle.

  • Geef kinderen de kans om hun onafhankelijkheid en zelfbeheersing tot uitdrukking te brengen door hen veel keuzemogelijkheden te bieden (bijv,

Door het krijgen van tandjes krijgen baby’s een pijnlijke mond.

  • Geef baby’s een voorwerp om op te bijten, zoals een bijtspeeltje of een bevroren bagel.

Ze proberen een ander kind te benaderen of de interactie met hem aan te gaan.

  • Zorg ervoor dat kinderen voldoende mogelijkheden hebben om met elkaar om te gaan. Wijs ze op hun positieve interacties en prijs ze.

Ze zoeken aandacht.

  • Geef kinderen gedurende de dag veel aandacht. Knuffel met ze, speel met ze, lees ze voor.

Ze zijn boos of gefrustreerd.

  • Bent u bewust van de gevoelens van kinderen. Let op tekenen van potentiële conflicten en toenemende frustratie.

Ze experimenteren en willen weten wat er gebeurt als ze bijten.

  • Bied kinderen activiteiten en speelgoed die een verscheidenheid aan sensomotorische ervaringen bieden (bijv. spelen met water, speelklei, vingerverven). Help hen te leren over oorzaak en gevolg.

Ze voelen zich bedreigd.

  • Betrouw kinderen erop dat ze veilig zijn en dat hun bezittingen veilig zijn. Geef kinderen veel genegenheid.

Strategieën om te reageren op bijten

Soms kunnen preventie-inspanningen kinderen er niet van weerhouden om te bijten. Wanneer een kind een ander bijt, moeten de verantwoordelijke volwassenen consequent reageren op elke bijtincident; specifieke strategieën en ideeën staan hieronder opgesomd:

  • Bepaal duidelijk dat het niet in orde is om te bijten.
  • Zorg ervoor dat het kind dat gebeten is, wordt verzorgd. Stel het kind gerust; leg een ijskompres op om kneuzingen te voorkomen; maak de wond schoon als de huid is gebroken.
  • Zorg, indien mogelijk, dat het kind dat heeft gebeten, helpt bij de verzorging van het kind dat is gebeten.
  • Let op bijtpatronen (bijt het kind bijvoorbeeld rond etenstijd? Wanneer de omgeving te luid wordt?).
  • Probeer veranderingen in het leven van het kind te identificeren die het bijten kunnen uitlokken (bijv, Zoek hulp (begin met uw kinderarts en/of kinderverzorger) als het bijten niet stopt of als het steeds gemener wordt.

Conclusie

Kinderen groeien snel tijdens de baby- en peuterjaren. Ze bereiken veel mijlpalen, waaronder het vestigen van een gevoel van vertrouwen in de wereld tijdens de babytijd en het vinden van hun onafhankelijkheid in de peutertijd. Volwassenen hebben de belangrijke taak om kinderen gevarieerde mogelijkheden te bieden om hun ontwikkeling tijdens de baby- en peutertijd te bevorderen. Door gebruik te maken van de suggesties die zijn gedaan, kunnen volwassenen een positieve, creatieve omgeving creëren waarin kinderen kunnen gedijen.

  • Bainer, C., and Hale, L. (2000). Van luiers naar onderbroeken. Young Children, 55, 80-84.
  • Dombro, A.L., Colker, L.J., and Dodge, D.T. (1997). Het creatieve curriculum voor baby’s en peuters. Washington, DC: Teaching Strategies, Inc.
  • Kansas City Brain Child, een project van HOMEFRONT bij Heart of America Family Services. Tien tips om de hersenkracht van uw baby te stimuleren. St. Louis, MO: Missouri Child Care Resource and Referral Network.
  • Lerner, C., Dombro, A.L., and Levine, K. (2000). De magie van alledaagse momenten: 0-4 maanden. Washington, DC: Zero to Three.
  • Lerner, C., Dombro, A.L., and Levine, K. (2000). De magie van alledaagse momenten: 4-6 maanden. Washington, DC: Zero to Three.
  • Lerner, C., Dombro, A.L., and Levine, K. (2000). De magie van alledaagse momenten: 6-9 maanden. Washington, DC: Zero to Three.
  • Lerner, C., Dombro, A.L., and Levine, K. (2000). De magie van alledaagse momenten: 9-12 maanden. Washington, DC: Zero to Three.
  • Lerner, C., Dombro, A.L., and Levine, K. (2000). De magie van alledaagse momenten: 12-15 maanden. Washington, DC: Zero to Three.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.