Gasa, het meest noordelijke district van het land grenst aan de districten Punakha, Thimphu en Wangdue Phodrang en met Tibet in het noorden. Deze grimmig mooie streek met hoogtes variërend van 1500 tot 4.500 m kent extreem lange en koude winters en korte maar prachtige zomers.

Het heeft de kleinste bevolking met slechts ongeveer 3000 inwoners. Deze regio wordt bewoond door de Layaps; nomadische herders met een unieke cultuur. Hun belangrijkste bron van inkomsten is de handel in producten die van hun yaks zijn gemaakt, zoals textiel van yakhaar, kaas, boter en yakvlees. Zij oogsten en verkopen ook Cordyceps, (een uiterst waardevolle schimmel die vaak in de oosterse geneeskunde wordt gebruikt). Het merendeel van de bekende kuddes wilde Takin komt ook in Gasa voor.

Gasa is een toeristische bestemming geworden vanwege zijn ongerepte bossen en de uitzonderlijk schilderachtige ligging van zijn Dzong. Een smalle weg vanuit Punakha, die grotendeels onverhard is, reikt tot aan de Dzong en wordt nu verlengd tot aan Laya. Gasa Dzong werd gebouwd door Zhabdrung in 1646 om de overwinningen op de Tibetanen te herdenken en later verdedigde het het land tegen verschillende invasies in de 17e en 18e eeuw.

Gasa is beroemd om zijn bewoners, de Layaps, en om de Sneeuwman Trek – een van de meest uitdagende trektochten in de Himalaya. Het onlangs opgerichte festival, het Royal Highlander Festival, wordt elk jaar populairder. Als u dit festival bijwoont, ziet u het echte karakter van deze afgelegen Dzongkhag en dat mag u als reiziger niet missen. Gasa is ook beroemd om zijn geneeskrachtige warmwaterbronnen, gelegen op ongeveer 2 uur lopen aan de voet van de bergkam. De warmwaterbron is populair onder Bhutanezen in het hele land tijdens de winter.