Onderzoek en professionele activiteiten

Fletchers bezorgdheid voor het welzijn van de Indianen ging vooraf aan haar serieuze studie van de etnologie. Zij geloofde dat privé-bezit, agrarische economische activiteiten en assimilatie in de blanke samenleving hun sociaal-economische nood snel zouden verlichten. Deze overtuigingen werden versterkt door de culturele evolutietheorieën die in haar tijd gangbaar waren en brachten haar ertoe de Omaha Allotment Act van 1882 en de General Allotment Act van 1887, die reservaten verdeelden in kleine zelfvoorzienende familieboerderijen, “wetenschappelijk” te rechtvaardigen en krachtig te propageren. Ironisch genoeg bemoeilijkten de maatregelen waarin Alice Fletcher zoveel vertrouwen stelde de problemen waarmee de inheemse Amerikanen werden geconfronteerd nog meer, doordat zij hen belemmerden in hun pogingen om hun landbronnen rationeel aan te passen aan de mogelijkheden die werden geboden door een steeds meer geïndustrialiseerde maatschappij die meer gebaseerd was op ondernemingszin dan op individueel ondernemerschap.

In een tijd waarin veel beroepsgroepen terughoudend waren met het toelaten van vrouwen, waren vooraanstaande antropologen ervan overtuigd dat vrouwen even noodzakelijk waren voor hun discipline om volledige en nauwkeurige verslagen van verschillende samenlevingen te verkrijgen. Deze hartelijkheid strekte zich ook uit tot organisatorische activiteiten. Alice Fletcher, bijvoorbeeld, had de leiding over de Indiaanse tentoonstelling van de New Orleans Industrial Exposition van 1884-1885. In 1893, ter gelegenheid van de Wereldtentoonstelling in Chicago, namen zij en enkele andere vrouwen op gelijke voet met hun mannelijke collega’s deel aan het speciale Antropologisch Congres. Matilda Stevenson had in 1885 de Women’s Anthropological Society opgericht, waarvan Miss Fletcher in 1893 voorzitster was. Deze groep werd in 1899 ontbonden, toen de leden werden toegelaten tot de tot dan toe alleen door mannen bemande Antropologische Vereniging van Washington, en in 1903 was Alice Fletcher presidente van de Washingtonse vereniging. Nog eerder, in 1896, was zij vice-voorzitster geweest van de prestigieuze American Association for the Advancement of Science. In 1905 was zij voorzitster van de American Folklore Society. Zij overleed in Washington, D.C., op 6 april 1923.