Stap 1: Als u non-fictie nog niet in de klas hebt besproken, leg dan het verschil uit tussen fictie- en non-fictieboeken. Laat verschillende voorbeelden van non-fictie zien die de leerlingen thuis kunnen vinden, zoals wetenschappelijke tijdschriften en boeken, kranten en prentenboeken.
Stap 2: Bespreek non-fictieboeken die over procedures gaan. Zorg ervoor dat er boeken bij zijn die verschillende interesses behandelen, zoals spelletjes, reparaties, koken, enz. Vertel de leerlingen dat schrijvers van handleidingen vakspecialisten zijn en dat iedereen wel ergens een expert in is.
Stap 3: Vertel de leerlingen dat ook zij experts in dingen zijn en geef ze een paar voorbeelden van wat dit betekent. Genereer en orden ideeën op een vel grafiekpapier. Maak desgewenst een lijst van de expertises van elke leerling.
Stap 4: Vertel één ding waar je goed in bent en vertel dat je daar een boek over gaat schrijven. Organiseer je idee hardop in vijf delen voor de leerlingen. Loop het over je vingers (elke stap is een vinger). Schrijf de titel van je How-To boek op je voorbeeld van een How-To Planningsblad.
Stap 5: Nummer je eerste vakje en begin met het schetsen van je eerste deel. Schrijf een sleutelwoord onder de tekening. Ga dan naar het tweede vierkant en doe de tweede stap van je how-to boek. Herhaal dit tot en met de vijfde stap en laat de leerlingen zien dat ze, indien nodig, handmatig een vakje kunnen toevoegen.
Stap 6: Vraag elke leerling na te denken over iets wat hij doet en wat hem tot een expert maakt. Vraag hen dan om te draaien en hun idee en stappen met een vriend te delen. U kunt de leerlingen ook in kleine groepjes ideeën laten uitwisselen.
Stap 7: Geef de leerlingen de tijd om hun ideeën te ordenen, noem dan elke leerling bij naam en vraag hem naar zijn ideeën. Als een leerling geen idee in gedachten heeft, vraag hem dan op het kleed te blijven zitten, zodat u samen een idee kunt bedenken. Vraag de rest van de leerlingen om te beginnen met het rangschikken van hun ideeën op het afdrukbare How-To Planningsblad.
Stap 8: Modelleer hoe je het werk van het planningsblad overbrengt op schrijfpapier. Modellen voor het toevoegen van details aan tekeningen, het klinken van woorden, het gebruik van de woordmuur en het gebruik van schrijfconventies.
Stap 9: Bespreek met elke leerling of hij/zij klaar is om verder te gaan met het proces.
Stap 10: Geef de leerlingen de tijd om hun stappen uit te schrijven en illustraties toe te voegen op schrijfpapier.
Stap 11: Laat de leerlingen met behulp van het constructiepapier kaften op hun boeken maken. De leerlingen moeten ook een titel schrijven en de bladzijden van hun boeken inkleuren.
Stap 12: Leg alle instructieboeken op een plaats in het klaslokaal en moedig de leerlingen aan ze te lezen en de auteurs eventuele vragen te stellen.