Voorstanders van het “koffiedutje” drinken een kopje koffie voordat ze een korte slaap hebben, als een manier om het energieniveau op te krikken. Ontdek de wetenschap achter de trend hier.

Print deze pagina

Laatst bijgewerkt maart 2019

Een “koffiedutje” – het drinken van koffie vóór een kort dutje van 15-20 minuten – zou de energie verhogen vanwege het effect op adenosine, een verbinding die de slaap bevordert.

Cafeïne en adenosine hebben een vergelijkbare structuur, zodat cafeïne kan werken als een bedrieger en de werking van adenosine kan blokkeren, waardoor vermoeidheid wordt vervangen door gevoelens van alertheid en opwinding1.

Cafeïne wordt ongeveer 45 minuten na inname in het lichaam opgenomen, waardoor de alertheid toeneemt als het eenmaal is verteerd. Het drinken van koffie voor een dutje kan de energie verhogen omdat het adenosineniveau daalt als we slapen, waardoor er in de hersenen minder adenosine is waarmee cafeïne moet concurreren. Dit versterkt het effect van cafeïne door de beschikbaarheid van receptoren voor cafeïne in de hersenen te vergroten2. Lees hier meer over het effect van cafeïne op adenosinereceptoren.

Het is vermeldenswaard dat de slaap bij mensen kan worden beïnvloed door cafeïne. Er is een verband tussen een dagelijkse inname van cafeïne, verminderde slaapkwaliteit en verhoogde vermoeidheid overdag3. Onderzoek suggereert ook dat er genetische variabiliteit is in het metabolisme van cafeïne, en er zijn verschillende genen geïdentificeerd die van invloed zijn op de gevoeligheid van een individu voor cafeïne4,5, zodat sommige individuen waarschijnlijk gevoeliger zijn voor de effecten van cafeïne dan anderen.

Een kleine studie heeft een significante vermindering aangetoond van het aantal rijincidenten bij mensen die 200 mg cafeïne consumeerden en een dutje van 30 minuten deden, vergeleken met geen cafeïne of geen dutje6. Er is echter verder onderzoek nodig om meer gedetailleerde conclusies te trekken. Aangezien er individuele variabiliteit is in de reactie op cafeïneconsumptie, zijn koffiedutjes iets dat voor sommige individuen wel en voor anderen niet geschikt is.

  1. Fredholm B.B. et al. (1999) Actions of caffeine in the brain with special reference to factors that contribute to its widespread use. Pharmacol Rev, 51:83-133.
  2. Bjorness T.E., Greene R.W. (2009) Adenosine and Sleep. Curr Neuroharmacol, 7(3):238-245.
  3. Clark I. and Landolt H.P. (2016) Coffee, Caffeine, and Sleep. Sleep Med Rev, 31:70-78.
  4. Retey J.V. et al. (2007) A genetic variation in the adenosine A2A receptor gene (ADORA2A) contributes to individual sensitivity to caffeine effects on sleep. Clin Pharmacol Ther, 81:692-8.
  5. Cornelis M.C. et al. (2007) Genetisch polymorfisme van de adenosine A2A-receptor is geassocieerd met gewoontegebruik van cafeïne. Am J Clin Nutr, 86:240-4.
  6. Reyner L.A., Horne, J.A. (1997) Suppression of sleepiness in drivers: combination of caffeine with a short nap. Psychopharmacol, 34(6):721-5.

Deze informatie is bedoeld voor een professioneel publiek in de gezondheidszorg.
Gelieve rekening te houden met het milieu alvorens het af te drukken.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.