Pectus excavatum wordt ook wel ingezakte borst of trechterborst genoemd. Het ontstaat wanneer het kraakbeen, de botten van het borstbeen en de ribben zich niet goed vormen. Het kraakbeen en de botten worden in plaats daarvan naar binnen geduwd, waardoor de borstkas er “ingehold” uitziet. De aandoening blijft vaak onopgemerkt tot de puberteit, wanneer de snelle groei en ontwikkeling het uiterlijk van het defect kunnen versterken.
Sommige adolescenten met pectus excavatum ervaren geen symptomen en veel patiënten zullen geen chirurgische correctie nodig hebben. Als er symptomen zijn, kunnen patiënten klagen over pijn in de borst, rug en elders, evenals kortademigheid en vroege vermoeidheid. Dit komt doordat pectusmisvormingen de functie van het hart en de longen kunnen beïnvloeden. Er kunnen ook psychologische en sociale gevolgen zijn omdat het uiterlijk van de borstwand erdoor wordt beïnvloed.
Bij sommige patiënten kan er een genetische component zijn aan pectus excavatum. Het kan vaker voorkomen bij adolescenten die een ander familielid hebben met de aandoening. Bovendien hebben sommige patiënten met pectusmisvormingen ook erfelijke bindweefselaandoeningen zoals het syndroom van Marfan, homocystinurie of het syndroom van Ehlers-Danlos.
Hoe wordt Pectus Excavatum (trechterborst) gediagnosticeerd?
Onze patiënten ondergaan een reeks diagnostische tests, waaronder:
- CT-scan van de borst om de interne anatomie en structuur van de borstkas te beoordelen. Een CT-scan stelt artsen ook in staat om de Haller-index te berekenen, een indicator van de ernst van de pectus excavatum deformiteit.
- Echocardiogram echografie om de hartstructuur en -functie te evalueren
- Pulmonale functietests (PFT’s) om de longfunctie te evalueren
- Metaalallergietests voor het plaatsen van staven die bij bepaalde behandelingen worden gebruikt; patiënten met een allergie voor nikkel zullen een speciaal type staaf moeten plaatsen
Hoe wordt Pectus Excavatum (trechterborst) behandeld?
Meerdere en ernstige gevallen van pectus excavatum vereisen vaak chirurgische correctie. De minimaal invasieve Nuss-procedure en de gewijzigde (met een klein litteken) Ravitch-procedure zijn de meest gebruikte benaderingen. Het team van deskundigen in het Chest Wall Deformity Program van de University of Chicago Medicine Comer Children’s Hospital werkt samen met gezinnen om elk individueel geval te evalueren en de beste behandelingsoptie te bepalen.
Als een operatie nodig is, gebeurt dit meestal wanneer een patiënt tussen de 14 en 18 jaar oud is. Kinderen jonger dan 14 of ouder dan 18 kunnen ook kandidaat zijn voor een operatie, maar zeer jonge kinderen meestal niet, tenzij er andere indicaties zijn, zoals het risico op thoracale dystrofie, die de juiste groei van de borstwand kan beperken.
Ons team van UChicago Medicine-deskundigen biedt ook gespecialiseerde zorg voor pectus excavatum bij volwassenen.
Een minimaal invasieve benadering van pectus excavatum-reparaties, de Nuss-procedure biedt een snellere hersteltijd en minder littekens dan traditionele, open operaties. Tijdens de procedure maakt een chirurg een kleine incisie aan weerszijden van de borst en past vervolgens een gebogen stalen of titanium staaf op maat voor de borstwand van de patiënt. De staaf wordt door de incisies ingebracht en wordt onder het borstbeen doorgeleid. De staaf wordt op zijn plaats gedraaid en tilt het borstbeen op, waardoor het defect wordt gecorrigeerd. Soms zijn twee staven nodig om de misvorming van de pectus volledig te corrigeren. Tijdens de ingreep wordt de plaatsing van de bar gecontroleerd met een kleine camera (thoracoscoop) om het risico van letsel aan de omliggende structuren te verkleinen. De bar blijft meestal twee jaar of langer op zijn plaats. De operatie om de bar te verwijderen wordt poliklinisch uitgevoerd.
Tijdens de Ravitch-procedure wordt een incisie gemaakt langs de borstwand boven het borstbeen. Onze chirurgen gebruiken een aangepaste Ravitch-benadering, waarbij zo klein mogelijke insnijdingen worden gemaakt. De chirurg verwijdert het kraakbeen rond het misvormde gebied, maakt het borstbeen los en plaatst het terug. Soms wordt ook een kleine metalen staaf onder het borstbeen geplaatst om het in de gewenste positie te ondersteunen. De staaf blijft meestal ongeveer twee jaar zitten tot het kraakbeen in de nieuwe, gecorrigeerde positie kan stollen. De operatie om het staafje te verwijderen wordt poliklinisch uitgevoerd.
>