zeventig jaar geleden, in oktober 1939, verscheen Charlie Christian in de opnamestudio’s van Columbia met een elektrische gitaar onder zijn arm, en de combinatie van de technologische vooruitgang van het nieuwe instrument en de originele muzikale benadering van de jonge gitarist veroorzaakte een ware opschudding in het gebruik van de jazzgitaar, zozeer zelfs dat enkele jaren later bijna alle jazzgitaristen in de voetsporen van Charlie Christian traden.

Tot de overweldigende inval van Charlie Christian op de New Yorkse scène, had de jazz niet veel aandacht besteed aan het gebruik van de gitaar onder haar musici. In feite bleef het gebruik ervan tot dan toe beperkt tot het begeleiden van andere musici, en hooguit een paar losse akkoorden bij wijze van uitzondering. De opnamen op deze schijf, zijn beste muzikale nalatenschap, stammen bijna allemaal uit zijn tijd bij de verschillende groepen en combo’s van Benny Goodman, de buitengewone blanke klarinettist die altijd wist dat Charlie Christian zijn stempel zou drukken. Helaas stierf Christian zeer jong, in 1941, toen hij slechts 26 jaar oud was, maar zelfs op die leeftijd liet hij de hoofdmoot van zijn opnamen na in een ongewone oefening van voorbarigheid en meesterschap.

Hij had nog tijd voor hij deze wereld verliet om in 1941, enkele maanden voor zijn dood, de jamsessies te bezoeken die georganiseerd werden in een legendarische jazz zaal: Minton’s Playhouse in Harlem, de plaats waar Charlie Parker, Dizzy Guillespie, Bud Powell, Thelonious Monk en Charles Mingus, geboorte gaven aan de bebop. Helaas had hij alleen tijd om bij te dragen aan de dageraad van de moderne jazz.
Een essentieel album opgedragen aan Miguel Ángel Civico, een groot gitarist en beste vriend.

ANDERE DISCUSSEN DOOR CHARLIE CHRISTIAN

LIVE AT MINTON’S	SEVEN COME. ELEVEN	SOLO FLIGHT
Deze historische live opnamen uit de legendarische Harlem club “Minton’s Playhouse”, in 1941, zijn een onbetwistbare referentie in de ontstaansgeschiedenis van bebop. Opgenomen door een jazzliefhebber genaamd Jerry Newman tijdens de beroemde “jamsessies” in Mynton’s, horen we Charlie Christian keer op keer improviseren aan de zijde van de groten van deze nieuwe muziek die later bekend werd als “bebop”.	In deze dertien tracks die samen deze compilatieschijf vormen, vinden we de beste momenten gedurende de twee jaar dat Charlie Christian met zijn elektrische gitaar de beboprevolutie leidde.	Dit album, essentieel in de discografie van Charlie Christian, vormt de beste en meest creatieve periode van de gitarist aan de zijde van de grote meester, Benny Goodman. Tracks absoluut perfect in hun uitvoering, vol swing, en met prachtige interventies van de solisten van de band. Een essentieel album.

CHARLIE CHRISTIAN.

Charlie Christian werd geboren in een respectabele familie uit Dallas en in een zeer diep muzikaal milieu. Zijn vader was gitarist en blueszanger, en dit, samen met zijn studies aan de Douglas School, heeft sterk bijgedragen aan zijn brede muzikale basis. Zijn voornaamste invloeden waren de jazzmusici die zijn geboortestad bezochten, en vooral Lester Young die bij zijn bezoek aan Oklahoma, waar hij reeds met zijn ouders naartoe was verhuisd, een ware muzikale revolutie teweegbracht in de muzikale kringen van de zwarte gemeenschap.

Hij werkte samen met verschillende plaatselijke groepen en in het orkest van zijn broers Clarence en Edward; met de pianist Alphonso Trent – hij speelde er contrabas – en met het orkest van Anna Mae Winburn. In St Louis speelde hij kort met de contrabassist Jimmy Blanton in de band van Jeter Pillars. In 1936 versloeg hij in een jamsessie alle andere gitaristen in Kansas City, waaronder de beroemde Jim Daddy Walker, die de beste gitarist van die tijd was. Tot dan toe had Christian natuurlijk akoestische gitaar gespeeld, maar het was in 1937 dat Charlie Christian’s leven en de geschiedenis van de jazz radicaal zouden veranderen. Hij ontmoette Eddie Durham, de eerste muzikant die de versterkte gitaar in de jazz gebruikte op een plaat met Jimmie Lunceford in 1935, maar Christian, zich bewust van de mogelijkheden van dit nieuwe instrument, gaf er geïmproviseerde vormen aan en “vond” alles uit wat met dit instrument bereikt kon worden.

John Hammond, de beroemde muzikale talentscout, stelde hem voor aan Benny Goodman en vanaf dat moment was de relatie van de klarinettist met deze jonge zwarte gitarist een historische gebeurtenis in de jazz. Na zijn optredens met Benny Goodman ging Christian naar de clubs van Harlem, en in het bijzonder naar een club op 118th Street genaamd “Minton’s Playhouse” waar elke dag spectaculaire jamsessies werden gehouden en waar jonge muzikanten, onbekend bij het grote publiek, het nieuwe geluid van de jazz, bebop genaamd, aan het uitvinden waren. Zijn bijdrage aan dit geluid was, samen met pianist Thelonius Monk en drummer Kenny Clarke, van fundamenteel belang voor de ritmische ondersteuning van de klanken die door de tandem Charlie Parker/Dizzy Gillespie waren uitgevonden.
Helaas overleed Charlie Christian op de zeer jonge leeftijd van 25 jaar aan tuberculose, opgelopen in zijn kindertijd, na enkele weken in het ziekenhuis te hebben gelegen.

.