DE MAYO CLINIC: Wat veroorzaakt heupdysplasie bij volwassenen, en kan het behandeld worden zonder een totale heupprothese?
ANSWER: Heupdysplasie is een aandoening waarbij het bovenste deel van het dijbeen niet goed in het komgedeelte van het heupgewricht past – hetzij omdat het niet op zijn plaats zit, hetzij omdat het niet de juiste vorm heeft. In veel gevallen is deze aandoening al bij de geboorte aanwezig. Bij sommige mensen wordt de diagnose echter niet tijdens de kinderjaren gesteld, en wordt het probleem pas later vastgesteld wanneer de symptomen verschijnen. Hoewel sommige volwassenen met heupdysplasie een operatie nodig hebben om het probleem te corrigeren, is een totale heupprothese niet altijd nodig.
De heup is een groot kogel- en kootgewricht. Het kogelgedeelte van het gewricht is de bovenkant van het dijbeen. Het heet de femurkop. Hij past in het komgedeelte van het gewricht, het acetabulum, dat deel uitmaakt van het bekken. Tussen de twee zit een laag glad kraakbeen, waardoor het gewricht gemakkelijk glijdt als het beweegt. Ligamenten, pezen en spieren stabiliseren het heupgewricht en houden het op zijn plaats.
Vóór de geboorte moeten de kogel en de kom van de heup goed op elkaar passen, omdat ze tijdens de foetale ontwikkeling als mallen voor elkaar fungeren. Als de bal niet stevig in de kom zit, zal de kom niet volledig rond de bal vormen, en zal de kom te ondiep zijn. In sommige gevallen, tijdens de laatste maand van de zwangerschap, kan de ruimte in de baarmoeder zo vol worden dat de bal van het heupgewricht uit zijn juiste positie beweegt, wat resulteert in een ondiepe kom. Dit komt vaker voor bij grote baby’s en baby’s die voor de geboorte in stuitligging liggen.Heupdysplasie kan het gewricht ook meer kans geven op het ontwikkelen van artrose. Door artrose slijt het kraakbeen van zowel de kogel als de kom weg, wat leidt tot gewrichtspijn, stijfheid en verlies van flexibiliteit.
Wanneer heupdysplasie bij volwassenen wordt vastgesteld, kan een operatie nodig zijn om verdere schade aan het heupgewricht te voorkomen. Als er nog voldoende kraakbeen tussen de bal en de kom aanwezig is, wordt vaak een uitlijningsoperatie van het bestaande gewricht aanbevolen om het probleem te verhelpen. Dit houdt meestal in dat de heupkom opnieuw wordt gevormd of gepositioneerd, zodat de femurkop er beter in past, meer stabiliteit biedt en de slijtage van het gewricht vermindert.
Er kunnen verschillende operatietechnieken worden gebruikt om heupdysplasie te corrigeren met behoud van het bestaande heupgewricht. Een van de meest voorkomende is een procedure die periacetabulaire osteotomie wordt genoemd, waarbij de kom wordt losgesneden van het bekken en dan opnieuw wordt geplaatst zodat hij goed aansluit op de bal. Een totale heupvervangende operatie is meestal nodig wanneer er niet meer voldoende kraakbeen tussen de bal en de kom is om het gewricht soepel te laten bewegen. – Dr. Robert Trousdale, Orthopedische Chirurgie, Mayo Kliniek, Rochester, Minnesota