Jaisalmer, stad, westelijke deelstaat Rajasthan, noordwesten van India. Het ligt op een vlakte in de Thar (Grote Indiase) Woestijn, ongeveer 135 mijl (215 km) ten noordwesten van Jodhpur.
De stad, bekend om zijn gebouwen van geelbruine steen, werd in 1156 gesticht door Rawal Jaisal, een opperhoofd van de Rajputs (de krijgshaftige heersers van het historische gebied Rajputana). In de 12e eeuw bereikte de staat Jaisalmer het hoogtepunt van zijn macht. Na de inname van de hoofdstad door de islamitische Delhi sultan ʿAlāʾ al-Dīn Khaljī aan het begin van de 14e eeuw, ging het bergafwaarts met het fortuin. Het werd vervolgens een leengoed van de Mughal en knoopte in 1818 politieke betrekkingen aan met de Britten. In 1949 werd het deel van de staat Rajasthan.
Jaisalmer is over de weg verbonden met Jodhpur, Barmer, en Phalodi en is een belangrijk karavaancentrum, waar gehandeld wordt in wol, huiden, zout, vollemans aarde, kamelen en schapen. Het heeft een regionale luchthaven. Het fort, op een heuvel die over de stad uitkijkt, herbergt het koninklijk paleis, verschillende oude Jain tempels, en een bibliotheek genaamd de Gyana Bhandar (“Winkel van Kennis”), die oude Sanskriet en Prakrit manuscripten bevat. Het was een van de vele historische heuvelforten in Rajasthan die in 2013 door UNESCO tot werelderfgoed werden uitgeroepen. Gadisar Lake is een populair recreatiegebied in de stad.
De omliggende regio, ooit een prinsdom, bestaat bijna volledig uit zanderige woestenij, die deel uitmaakt van de Tharwoestijn. De rivier Kakni, de enige stroom, verspreidt zich over een groot gebied en vormt het meer van Bhij. Bajra (parelgierst) en jowar (graansorghum) zijn de voornaamste gewassen. Geiten, kamelen, schapen en runderen worden op grote schaal gefokt. Er wordt kalksteen, vollemolenaarde en gips gewonnen. Aantal inwoners. (2001) 57,537; (2011) 65,471.