Isaja Hoofdstuk 66

A. De Here zal Zijn vijanden vergelden.

1. (1-2) De grootheid van God, en de juiste reactie van de mens.

Zo zegt de Here:
“De hemel is Mijn troon,
en de aarde is Mijn voetbank.
Waar is het huis dat gij Mij zult bouwen?
En waar is de plaats van Mijn rust?
Want al deze dingen heeft Mijn hand gemaakt,
en al deze dingen bestaan,
zegt de Here.
“Maar op deze zal Ik letten:
op hem die arm is en van een berouwvolle geest,
en die beeft op Mijn woord.

a. De hemel is Mijn troon, en de aarde is Mijn voetbank: Hier zet de Heer de dingen weer in het juiste perspectief. We kunnen nooit veel van iets begrijpen totdat we begrijpen dat de Here God in de hemel troont, en dat de aarde onder Zijn bevel staat – inderdaad, de aarde is Zijn voetbank.

i. Stefanus citeerde Jesaja 66:1-2 in Handelingen 7:49-50, instemmend met Salomo en Jesaja over de grootheid van God de Schepper.

b. Waar is het huis dat gij Mij zult bouwen? …. Maar op dezen zal Ik letten: op hem die arm is en van een berouwvolle geest, en die beeft bij Mijn woord: Wij willen God wel dienen – maar Hem dienen op onze manier. We willen misschien iets voor God bouwen, maar wat kunnen we bouwen dat God waardig is? Wat God echt van ons wil, is een arme en berouwvolle geest, en dat wij sidderen voor Zijn woord.

i. Berouwvol is letterlijk “‘lamgeslagen’ of gehandicapt, hier gebruikt met een geestelijke betekenis: iemand die zich bewust is van de schade die de zonde heeft aangericht, van persoonlijk onvermogen om rechtop voor God te staan.” (Motyer)

ii. Bent u een van degenen die beven voor Gods woord? “Zij beven voor de onderzoekende kracht van Gods woord. Komt u nooit op deze plaats en gaat u in de kerkbank zitten, en zegt u: ‘Heere, geef dat Uw Woord mij doorzoekt en beproeft, opdat ik niet misleid word’? Sommige mensen moeten altijd zoetigheden en gerieflijkheden hebben; maar Gods wijze kinderen wensen die niet in overmatige mate. Dagelijks brood vragen wij, niet dagelijks suiker.” (Spurgeon)

2. (3-4) Gods antwoord op lege godsdienstige rituelen.

“Wie een stier doodt, is alsof hij een mens doodt;
Hij die een lam offert, is alsof hij de nek van een hond breekt;
Hij die een graanoffer brengt, is alsof hij varkensbloed offert;
Hij die wierook brandt, is alsof hij een afgod zegent.
Zoals zij hun eigen wegen hebben gekozen,
en hun ziel zich verlustigt in hun gruwelen,
Zo zal Ik hun begoochelingen kiezen,
en hun angsten over hen brengen;
Want toen Ik riep, antwoordde niemand,
Toen Ik sprak, hoorden zij niet,
Maar zij deden kwaad voor Mijn ogen,
En kozen datgene waarin Ik geen behagen heb.”

a. Hij die een stier doodt, alsof hij een mens doodt: In het lege godsdienstige ritueel dacht Gods volk God te behagen. Maar de Here zegt dat wanneer een man een stier doodt als offer, het is alsof hij een mens doodt. Hun godsdienstig ritueel droeg bij aan hun zonde, het nam die niet weg.

b. Zoals zij hun eigen wegen hebben gekozen…zo zal Ik hun begoochelingen kiezen: Gods volk koos voor hun rebellie tegen Hem, en zij volhardden daarin ondanks Zijn voortdurende waarschuwingen. Als een extreme vertoning van oordeel, zal God hun begoochelingen kiezen en een begoocheling onder hen zenden.

i. Dit is een ontnuchterende herinnering aan wat God op aarde zal doen tijdens de Grote Verdrukking, zoals beschreven door Paulus in 2 Tessalonicenzen 2:11: God zal hun een sterke misleiding zenden, opdat zij de leugen zouden geloven. Maar wat er tijdens de Grote Verdrukking zal gebeuren is slechts de uiteindelijke vrucht van wat God de hele tijd onder de mensen doet. Wanneer wij God verwerpen en onze eigen waan zoeken, kan Hij er een tot ons zenden.

ii. Een voorbeeld van dit soort waanideeën zijn zij die geloven dat de wereld uit het niets of door toeval is geschapen. Wat kan er waanzinniger zijn dan te geloven dat iets uit niets kan voortkomen? Te geloven dat het toeval werkelijk een soort “macht” heeft? Maar voor hen die er op staan dit te geloven, zal God hen overgeven aan deze waan.

c. Want, toen ik riep, antwoordde niemand, toen ik sprak, hoorden zij niet: Hoe kunnen wij voorkomen dat wij aan een waanvoorstelling worden overgegeven? Door de Heer te antwoorden als Hij roept, door Hem te horen als Hij spreekt. Het is werkelijk zo eenvoudig.

3. (5-6) De Here vergeldt Zijn vijanden.

Hoor het woord des Heren,
Gij die beeft op Zijn woord:
“Uw broeders, die u haatten,
die u uitdreven om Mijns Naams wil, zeiden,
‘Laat de Here verheerlijkt worden,
Dat wij uw blijdschap mogen zien.
Maar zij zullen beschaamd worden.”
Het geluid van rumoer uit de stad!
Een stem uit de tempel!
De stem des Heren,
die Zijn vijanden ten volle vergelden!

a. Uw broeders, die u haatten, die u uitdreven om Mijns Naams wil, zeiden: “Laat de Heer verheerlijkt worden, opdat wij uw vreugde mogen zien.” Hier laat Jesaja zien hoe degenen met een oppervlakkige, lege godsdienst de spot drijven met degenen met een oprecht geloof. Ten eerste haat de lege godsdienst het ware geloof (haat u). Ten tweede, lege religie verwerpt het ware geloof (verstoot je). Ten derde, lege religie handelt in de naam van de Heer (om Mijns Naams wil). Ten vierde, lege godsdienst spot met geestelijk klinkende woorden (“Laat de Heer verheerlijkt worden, opdat wij uw vreugde mogen zien”).

b. Maar zij zullen beschaamd worden: Het belangrijkste is dat lege godsdienst uiteindelijk nooit zal zegevieren. Aan het einde der dagen, zo niet eerder, zullen zij beschaamd worden, wanneer zij de stem van de Here horen, die Zijn vijanden ten volle vergelden zal.

B. De Here komt met vuur.

1. (7-11) Verheugt u over de bevrijding van Jeruzalem.

“Eer zij weeën had, baarde zij;
voordat haar pijn kwam,
bracht zij een mannelijk kind.
Wie heeft ooit zoiets gehoord?
Wie heeft ooit zoiets gezien?
Zal de aarde in één dag baren?
Of zal een volk in één keer geboren worden?
Want zodra Sion weeën had,
baarde zij haar kinderen.
Zal Ik de tijd van de geboorte brengen, en geen bevalling veroorzaken?”
Zal Ik, die de bevalling veroorzaak, de baarmoeder opsluiten?” zegt uw God.
“Verheugt u met Jeruzalem,
en weest blij met haar, allen die haar liefhebben;
blijdt u met haar, allen die om haar treuren;
opdat gij u voedt en verzadigd wordt
met de vertroosting van haar boezem;
opdat gij diep drinkt en verrukt wordt
met de overvloed van haar heerlijkheid.”

a. Voordat zij weeën had, baarde zij: Jesaja profeteert van een dag waarop de overwinning gemakkelijk aan Jeruzalem zal toekomen, wanneer zij, zoals de belofte van Romeinen 8:37, meer dan overwinnaars zal zijn door Hem die ons heeft liefgehad. Hier baart zij – maar zonder pijn! Waarlijk, wie heeft ooit zoiets gehoord?

b. Verheug u met Jeruzalem: Heel Gods volk is geroepen te delen in de vreugde van Jeruzalem. De tijd van bevrijding, overwinning en rechtvaardiging is gekomen! Wees blij met haar, allen die haar liefhebben! Als Gods volk dit zal doen, zal het ook voor hen een zegen zijn: dat gij u voedt en verzadigd zijt met de troost van haar boezem.

i. Dit intense, grote, verblijden kan de wereld soms ongemakkelijk maken en ons tot mikpunt van spot maken. “Zeer zelden worden gelovigen er tegenwoordig van beschuldigd fanatiek te zijn, of zelfs maar dat zij te enthousiast zijn; en dit is een teken dat wij beneden de juiste warmte zijn. Wanneer de wereld ons fanatici noemt, naderen wij het punt van vurigheid dat onze Heer toekomt.” (Spurgeon)

2. (12-17) De Here komt ten oordeel.

Want aldus zegt de Here:
“Zie, Ik zal haar de vrede uitstrekken als een rivier,
en de heerlijkheid der heidenen als een vloeiende stroom.
Dan zult gij u voeden;
Op haar zijden zult gij gedragen worden,
En op haar knieën gedrieën worden.
Zoals iemand die zijn moeder troost,
Zo zal Ik u troosten,
En gij zult getroost worden in Jeruzalem.”
Wanneer gij dit ziet, zal uw hart zich verblijden,
En uw gebeente zal bloeien als gras,
De hand des Heren zal bekend zijn aan Zijn knechten,
En Zijn verbolgenheid aan Zijn vijanden.
Want zie, de Here zal komen met vuur
en met Zijn wagens, als een wervelwind,
om Zijn toorn te betuigen met woede,
en Zijn berispen met vlammen van vuur.
Want door vuur en door Zijn zwaard
zal de Here alle vlees oordelen;
en de verslagenen des Heren zullen talrijk zijn.
“Zij die zichzelf heiligen en reinigen,
om naar de tuinen te gaan
naar een afgod in het midden,
die varkensvlees eten en de gruwel en de muis,
zullen tezamen verteerd worden,” zegt de Here.

a. Zie, Ik zal vrede over haar uitstorten als een rivier: Wanneer de Messias terugkeert in heerlijkheid en triomf, zal de vrede van Jeruzalem zijn als een zachte, krachtige rivier die nooit wordt verstoord. Maar niet Jeruzalem alleen: En de heerlijkheid van de heidenen als een stromende stroom.

b. Zoals iemand die zijn moeder troost, zo zal Ik u troosten: God spreekt met opperste tederheid tot Zijn trouwe dienaren. Niemand kan troosten als een moeder, en God zal dat soort troost aan Zijn volk brengen.

i. “Dit is een bijzonder verrukkelijke metafoor. Een vader kan troosten, maar ik denk dat hij niet veel thuis is in het werk. Wanneer God spreekt over zijn medelijden, vergelijkt hij zichzelf met hun vader: ‘Gelijk een vader zijn kinderen medelijden geeft, alzo geeft de Heere medelijden aan hen, die Hem vrezen.’ Maar wanneer Hij spreekt over troost, kiest Hij de moeder. Toen ik de kleintjes ziek zag, had ik alle medelijden van de wereld met hen, maar ik wist niet hoe ik aan het werk moest gaan om hen te troosten; maar een moeder weet instinctief hoe ze dat moet doen.” (Spurgeon)

c. De hand des Heren zal bekend zijn aan Zijn dienaren, en Zijn verontwaardiging aan Zijn vijanden: Wanneer de Messias terugkeert in heerlijkheid en triomf, zal dat voor sommigen een grote zegen zijn – en voor anderen is het niets dan oordeel. Voorwaar, de Here zal alle vlees oordelen; en de verslagenen des Heren zullen velen zijn.

d. Zij die zichzelf heiligen en reinigen, om naar de tuinen te gaan, naar een afgod in het midden: Wanneer de Messias terugkeert in heerlijkheid en triomf, zal Hij hen doorzien die een lege godsdienst beoefenen. Zij “zullen tezamen verteerd worden”, zegt de Here.

3. (18-21) De Here vergadert en herstelt Zijn volk.

“Want Ik ken hun werken en hun gedachten. Het zal zijn dat Ik alle volken en tongen zal verzamelen, en zij zullen komen en Mijn heerlijkheid zien. Ik zal onder hen een teken stellen; en wie onder hen zal ontkomen, zal Ik uitzenden naar de volken: naar Tarsis en Pul en Lud, die de boog trekken, en Tubal en Javan, naar de kustlanden ver weg, die Mijn roem niet hebben gehoord, noch Mijn heerlijkheid hebben gezien. En zij zullen Mijn heerlijkheid verkondigen onder de heidenen. Dan zullen zij al uw broeders uit alle volken ten offer brengen aan de Here, op paarden en in strijdwagens en in nesten, op muildieren en op kamelen, naar Mijn heilige berg Jeruzalem,” zegt de Here, “zoals de kinderen Israëls een offer brengen in een rein vat in het huis des Heren. En Ik zal ook sommigen van hen nemen voor priesters en Levieten,” zegt de Here.

a. Ik zal alle volken en tongen verzamelen, en zij zullen komen en Mijn heerlijkheid zien: God heeft een groot hervergaderingswerk onder Israël beloofd; maar Hij zal ook een hervergaderingswerk doen onder de hele wereld, sommigen uit alle volken en tongen om Zijn heerlijkheid te zien.

i. Eén plaats waar dit de uiteindelijke vervulling vindt, is rond de troon van God (Openbaring 5:9-10).

ii. “God zegt dat Hij een teken zal stellen onder de volken. Dit teken is hetzelfde als het teken van de Zoon des mensen (Mattheüs 24:30).” (Bultema)

b. Degenen onder hen die ontkomen, zal Ik uitzenden naar de volken … naar de verre kustlanden die mijn roem niet hebben gehoord en mijn heerlijkheid niet hebben gezien: Jesaja maakt profetische verwijzingen naar de zendingsroeping en het zendingswerk van Gods volk. Natuurlijk had God een missionaire bedoeling voor Israël, dat zij een priesterschap onder de volken zouden zijn (Exodus 19:6) en een licht voor de heidenen. Maar nog nadrukkelijker heeft God de gemeente opgedragen aan de volken, om Mijn heerlijkheid te verkondigen onder de heidenen.

i. “Zij worden gezonden naar Tarshish (Spanje, Frankrijk en Italië) naar Pul (een streek in Afrika) en naar Lud, dat volgens sommigen hetzelfde is als Lydia, hoewel het beter lijkt Pul en Lud samen te nemen voor geheel Afrika. Tubal was een zoon van Jafeth, wiens nakomelingen zich in Noordoost-Europa of Rusland vestigden en Javan is de bijbelse naam voor Griekenland.” (Bultema)

ii. In beperkte zin is dit vervuld door de zendingsarbeid van de kerk door de eeuwen heen. Maar dit is slechts een gedeeltelijke vervulling. Uiteindelijk kunnen dit de 144.000 getuigen zijn tijdens de Grote Verdrukking; het kunnen Joodse evangelisten zijn in de dagen van de duizendjarige aarde.

c. Dan zullen zij al uw broeders uit alle volken tot een offerande voor de Here brengen: Als onderdeel van Gods uiteindelijke werk, als de zendelingen uitgaan, komt het volk Israël uiteindelijk terug, in een prachtige herverzameling. Dit is nu gedeeltelijk vervuld in Israëls herverzamelde staat; maar zal uiteindelijk vervuld worden in de duizendjarige aarde van de Messias.

i. Vele jaren geleden was er een opmerkelijk voorbeeld van de hedendaagse herverzameling van het nieuwsagentschap Arutz 7 in Israël:

“Zevenendertig leden van de Bnei Menashe stam in India – waarvan wordt aangenomen dat zij afstammelingen zijn van de Tien Verloren Stammen – kwamen vrijdag aan in Israël. De nieuw aangekomenen, van wie velen familieleden in Israël hebben onder de 450 Bnei Menashe die in de afgelopen vijf jaar zijn aangekomen, werden naar Israël gebracht onder auspiciën van de in Jeruzalem gevestigde organisatie Amishav. Amishav is gewijd aan het opsporen van afstammelingen van de Verloren Stammen en hen terug te brengen naar het Joodse volk. ‘Dit is een historisch moment voor het Joodse volk,’ zei Amishav oprichter en voorzitter Rabbi Eliyahu Avichail, die zijn leven heeft gewijd aan het vinden en bijstaan van de nakomelingen van de Verloren Stammen van Israël. ‘Na een langdurige en moeilijke scheiding worden de Bnei Menashe herenigd met het Joodse volk in het Land Israël. Dit is een triomf van het geloof. Hun terugkeer naar Zion markeert het sluiten van een historische cirkel.””

De Bnei Menashe, met een rijke mondelinge traditie die zichzelf terugvoert tot de Israëlitische stam Menashe, beoefenen nog steeds veel unieke Joodse gebruiken. Ongeveer 3.500 Bnei Menashe besloten ongeveer 30 jaar geleden formeel terug te keren tot het Joodse volk, en begonnen naar hun beste vermogen een volledig Joods leven te leiden in overeenstemming met de Joodse wet. Rabbi Avichail hoorde ongeveer 20 jaar geleden van hun bestaan, en begon hun aanspraken op Joodse afstamming te onderzoeken. Na verscheidene bezoeken te hebben gebracht en hun beweringen en de relevante geschiedenis zorgvuldig te hebben bestudeerd, heeft Rabbi Avichail vooraanstaande rabbinale autoriteiten geraadpleegd en geconcludeerd dat er overtuigend bewijs is dat de Bnei Menashe verbindt met het Joodse volk. Rabbi Avichail wijst onder andere op hun oude traditie die spreekt over de patriarchen Abraham, Isaac, en Jacob; hun gewoonte om mannelijke kinderen op de achtste dag na de geboorte te besnijden; en hun offerplechtigheid op een altaar dat doet denken aan de Joodse Tempel, waarin de Hebreeuwse Bijbelse naam van G-d, de berg Sinaï, de berg Moria en de berg Zion worden genoemd.

d. En ik zal sommigen van hen nemen voor priesters en Levieten: De gedachte is dat God in die dag het priesterschap zal uitbreiden tot buiten de vroegere grenzen. Dit wordt uiteindelijk vervuld in de kerk omdat heiligen priesters worden genoemd (1 Petrus 2:5-9, Openbaring 1:6, 5:10, 20:6).

i. “Zoals in Jesaja’s tijd slechts enkelen priester en Leviet waren, maar door hen Israël als het priesterlijke volk van de Heer werd gevormd, zo voorziet hij nu heidenen die op gelijke voorwaarden, in gelijke voorrechten worden ingelijfd.” (Motyer)

4. (22-24) De zekerheid van zowel het oordeel van de Here als Zijn herstel.

“Want gelijk de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde
die Ik maken zal, voor Mijn aangezicht zullen blijven,” zegt de Here,
“zo zullen ook uw nakomelingen en uw naam blijven.
En het zal geschieden
dat van de ene nieuwe maan tot de andere,
en van de ene sabbat tot de andere,
heel het vlees zal komen om zich voor Mij te aanbidden,
zegt de Here.
“En zij zullen uitgaan en kijken
naar de lijken van de mensen
die tegen Mij hebben gezondigd.
Want hun worm sterft niet,
en hun vuur wordt niet geblust.
Zij zullen een gruwel zijn voor alle vlees.”

a. En het zal geschieden … alle vlees zal komen om zich voor Mij te aanbidden: Hier beschrijft God Zijn uiteindelijke triomf. Door het majestueuze boek Jesaja heen zijn de naties geoordeeld en vaak veroordeeld. Maar God heeft een ultiem plan om de naties te bereiken, gezien in zijn ultieme vervulling in Openbaring 5:9-10. God zal mensen nemen uit alle stammen en talen, en “alle vlees zal komen om voor Mijn aangezicht te aanbidden,” zegt de Here.

i. Jesaja zet het in de context van van de ene nieuwe maan tot de andere, en van de ene sabbat tot de andere, alle vlees zal komen om zich voor Mij te aanbidden. Veelbetekenend is dat Jesaja het boek begon met een veroordeling van de oppervlakkige aanbidding van Gods volk ten tijde van de nieuwe manen en sabbatten (Jesaja 1:12-15). Nu, na de grootheid van het werk van de Heer, is dat alles anders.

b. En zij zullen uitgaan en de lijken aanschouwen van de mensen die tegen Mij hebben overtreden: Sommigen uit elke stam en tong zullen een bestemming hebben van uiteindelijke triomf; sommigen zullen ook de bestemming hebben – vrij gekozen – van uiteindelijke tragedie. Met gebruikmaking van de beelden van eeuwige verdoemenis (hun worm sterft niet, en hun vuur wordt niet geblust) beschrijft Jesaja het lot van hen die God verwerpen – ook al hadden zij het vernisje van lege godsdienst.

i. “Na dit leven, en op de dag des oordeels, zullen zij in eeuwige kwellingen gaan; waar zij een werk van geweten zullen gevoelen dat nooit zal sterven, en een vurige toorn van God op hun zielen en lichamen die nooit zal doven.” (Poole)

ii. Het boek Jesaja sluit af met een ontnuchterend contrast, dat het uiteindelijke, eeuwige belang van dit huidige leven onthult. Elk leven kan zijn bestemming kiezen: aanbidding of de worm. Wat is het voor u?

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.