De relatie tussen intra-generationele sociale klasse-mobiliteit van ouders en de latere onderwijskwalificaties van hun kinderen, en de implicaties van deze relatie voor onderwijsstratificatie, wordt onderzocht door statistische modellen aan te passen aan gegevens uit twee longitudinale Britse datasets: een op basis van de Britse volkstelling (ONS LS) en de geboortecohortstudie van 1970 (BCS70). Kinderen van wie de ouders opwaarts mobiel zijn, behalen hogere onderwijskwalificaties dan hun leeftijdsgenoten in hun klasse van herkomst, maar behalen lagere kwalificaties dan hun leeftijdsgenoten in hun klasse van bestemming. Het omgekeerde patroon wordt waargenomen voor de neerwaarts mobielen. Deze resultaten weerspiegelen die welke zijn verkregen voor de relatie tussen de intra-generationele sociale mobiliteit van volwassenen en een aantal veelgebruikte maatstaven voor de gezondheid. De implicaties van de bevindingen voor verschillende verklaringen van de sociale-klassengradiënt in onderwijsniveau worden onderzocht. De bevindingen bieden meer steun voor theoretische verklaringen van onderwijsongelijkheden die gebaseerd zijn op verschillen in economische omstandigheden tussen sociale klassen dan voor verklaringen die gebaseerd zijn op verschillen tussen sociale klassen in het niveau van cultureel kapitaal en aspiraties. Deze conclusie wordt versterkt door het feit dat het algemene patroon van de resultaten van deze analyses ongewijzigd blijft nadat statistisch is gecontroleerd voor het opleidingsniveau van de ouders. De bevindingen hebben ook methodologische implicaties voor het meten van de gradiënt in sociale klasse wat betreft opleidingsniveau en kwalificaties.