Typen variabele > Intervenerende variabele
Wat is een interveniërende variabele?
Een interveniërende variabele is een hypothetische variabele die wordt gebruikt om oorzakelijke verbanden tussen andere variabelen te verklaren. Interveniërende variabelen kunnen in een experiment niet worden waargenomen (daarom zijn ze hypothetisch). Er bestaat bijvoorbeeld een verband tussen arm zijn en een kortere levensduur hebben. Het is niet omdat iemand arm is dat dit leidt tot een vroege dood, dus worden andere hypothetische variabelen gebruikt om het fenomeen te verklaren. Deze interveniërende variabelen zouden kunnen zijn: gebrek aan toegang tot gezondheidszorg of slechte voeding.
In de psychologie wordt de interveniërende variabele soms een mediërende variabele genoemd. In de statistiek wordt een interveniërende variabele gewoonlijk beschouwd als een subtype van een mediërende variabele. De grens tussen beide termen is echter enigszins vaag, en ze worden vaak door elkaar gebruikt.
Limitaties
Intervenerende variabelen zijn hypothetische constructen zoals persoonlijkheid, intelligentie of attitude. Aangezien het geen “echte” variabelen zijn, is een belangrijke beperking dat zij niet kunnen worden gemeten. Het is daarom onmogelijk om te kwantificeren hoeveel van de experimentele resultaten te danken zijn aan de onafhankelijke variabelen, en hoeveel aan elk van de interveniërende variabelen.
Intervenerende en onafhankelijke/afhankelijke variabelen
Boston University definieert een interveniërende variabele als “Een controlevariabele die volgt op een onafhankelijke variabele, maar voorafgaat aan de afhankelijke variabele in een oorzakelijke reeks.” Je zou interveniërende variabelen dus ook kunnen zien in termen van de onafhankelijke variabele en de afhankelijke variabele; de interveniërende variabele grijpt in of bemiddelt tussen de twee. In het voorbeeld van de levensduur hierboven is de onafhankelijke variabele geld (of gebrek daaraan) en de afhankelijke variabele de levensduur. Gebrek aan of toegang tot gezondheidszorg of slechte voeding interveniëren, of vullen het gat, tussen de onafhankelijke en afhankelijke variabele.
s.
Geschiedenis
De term interveniëren werd voor het eerst gebruikt voor variabelen door de gedragspsycholoog Edward C. Tolman in 1938 tijdens studies naar het gedrag van ratten voor voedselbeloningen. Hij suggereerde dat honger een interveniërende variabele was (het kon niet worden waargenomen tijdens de eigenlijke experimenten). Tolmans werk over interveniërende variabelen was een uiterst belangrijke bijdrage aan de cognitieve psychologie, omdat het concept het mogelijk maakte ongeziene gedragingen te beschouwen en te meten. Bron: (a2zpsychology.com, 2002)
Een interveniërende variabele wordt ook wel een mediërende variabele of intermediaire variabele genoemd.
Kijk eens op ons YouTube-kanaal voor honderden basisvideo’s over statistiek.
——————————————————————————
Heb je hulp nodig bij een huiswerk- of toetsvraag? Met Chegg Study kunt u stap-voor-stap oplossingen voor uw vragen krijgen van een expert op dit gebied. Uw eerste 30 minuten met een Chegg-leraar zijn gratis!