Interferon-γ-afgiftebepaling (IGRA) is een medische test die wordt gebruikt bij de diagnose van bepaalde infectieziekten, met name tuberculose. Tests voor het vrijkomen van interferon-γ (IFN-γ) zijn gebaseerd op het feit dat T-lymfocyten IFN-γ vrijgeven bij blootstelling aan specifieke antigenen. Deze tests zijn vooral ontwikkeld voor de diagnose van tuberculose, maar kunnen in theorie ook worden gebruikt voor de diagnose van andere ziekten die afhankelijk zijn van celgemedieerde immuniteit, b.v. cytomegalovirus en leishmaniasis. Bij patiënten met cutane bijwerkingen van geneesmiddelen leverde het uitdagen van perifere bloedlymfocyten met het geneesmiddel dat de reactie veroorzaakte, bijvoorbeeld een positief testresultaat op voor de helft van de geteste geneesmiddelen.
Er zijn momenteel twee IFN-γ-afgifte-tests beschikbaar voor de diagnose van tuberculose:
- QuantiFERON-TB Gold (met vergunning in de VS, Europa en Japan); en
- T-SPOT.TB, een vorm van ELISpot, de variant van ELISA (met vergunning in Europa, de VS, Japan en China).
De eerstgenoemde test kwantificeert de hoeveelheid IFN-γ die wordt geproduceerd als reactie op de ESAT-6- en CFP-10-antigenen van Mycobacterium tuberculosis, die te onderscheiden zijn van die welke aanwezig zijn in BCG en de meeste andere niet-tuberculeuze mycobacteriën. De laatste test bepaalt het totale aantal individuele effector T-cellen die IFN-γ tot expressie brengen.
De indicaties voor de test worden nog steeds betwist. Hij is geëvalueerd voor de diagnose van latente tuberculose bij HIV-patiënten (die vaak een negatieve Mantoux-test hebben).