Inapsine

BIJWERKINGEN

QT-intervalverlenging, torsade de pointes, hartstilstand, en ventriculaire tachycardie zijn gemeld bij patiënten die behandeld werden met INAPSINE (droperidol) . Sommige van deze gevallen gingen gepaard met de dood. Sommige gevallen deden zich voor bij patiënten zonder bekende risicofactoren, en sommige werden in verband gebracht met droperidol doses op of onder de aanbevolen doses. Artsen dienen alert te zijn op hartkloppingen, syncope, of andere symptomen die duiden op episoden van onregelmatig hartritme bij patiënten die INAPSINE (droperidol) innemen en dienen dergelijke gevallen onmiddellijk te evalueren (zie WAARSCHUWINGEN, Effecten op de hartgeleiding).

De meest voorkomende somatische bijwerkingen die zijn gemeld bij INAPSINE (droperidol) zijn lichte tot matige hypotensie en tachycardie, maar deze effecten verdwijnen gewoonlijk zonder behandeling. Indien hypotensie optreedt en ernstig is of aanhoudt, dient de mogelijkheid van hypovolemie te worden overwogen en beheerd met geschikte parenterale vloeistoftherapie.

De meest voorkomende gedragsbijwerkingen van INAPSINE (droperidol) zijn dysforie, postoperatieve slaperigheid, rusteloosheid, hyperactiviteit en angst, die zowel het gevolg kunnen zijn van een inadequate dosering (gebrek aan adequaat behandelingseffect) als van een bijwerking van het geneesmiddel (onderdeel van het symptomencomplex van akathisia). Er moet zorgvuldig worden gezocht naar extrapyramidale tekenen en symptomen (dystonie, akathisie, oculogyrische crisis) om deze verschillende klinische aandoeningen van elkaar te onderscheiden. Wanneer extrapyramidale verschijnselen de oorzaak zijn, kunnen deze gewoonlijk onder controle worden gehouden met anticholinergica.

Postoperatieve hallucinatoire episoden (soms gepaard gaand met voorbijgaande perioden van mentale depressie) zijn ook gemeld.

Andere minder vaak gemelde bijwerkingen zijn anafylaxie, duizeligheid, rillingen en/of rillingen, laryn-gospasme, en bronchospasme.

Een verhoogde bloeddruk, met of zonder reeds bestaande hypertensie, is gemeld na toediening van INAPSINE (droperidol) in combinatie met SUBLIMAZE (fentanylcitraat) of andere parenterale analgetica. Dit zou het gevolg kunnen zijn van onverklaarbare veranderingen in sympatische activiteit na grote doses: het wordt echter ook vaak toegeschreven aan anesthesie of chirurgische stimulatie tijdens lichte anesthesie.

Lees de volledige FDA-voorschrijfinformatie voor Inapsine (Droperidol)

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.