Scope
Ethnopharmacology, als een specifiek aangewezen gebied van onderzoek, heeft een vrij korte geschiedenis. De term werd voor het eerst beschreven in 1967 als de titel van een boek over hallucinogenen. Het beschouwt de farmacologische activiteit van planten, schimmels en andere organismen die in de traditionele geneeskunde lokaal of traditioneel worden gebruikt als geneesmiddel of om de gezondheid te verbeteren. Het past een unieke benadering in de farmacologie toe, in die zin dat het ook de traditionele, en dus antropologische context van de oorsprong van het geneesmiddel in aanmerking neemt.
De volgende onderwerpen worden in deze sectie behandeld:
- Clinische studies, farmacokinetiek en volksgezondheid
- Veiligheid van traditionele geneesmiddelen en toxicologie
- Kwaliteit en samenstelling traditionele geneesmiddelen, metabolomics en genomics
- Anthropologische en historische studies in etnofarmacologie
- Behandeling van dermatologische aandoeningen, inclusief oogheelkunde en otorhinolaryngologie
- Ethnofarmacologie van het respiratoire, gastro-intestinale, cardiovasculaire, endocriene en centrale zenuwstelsels
- Ethnofarmacologie van de verloskunde, gynaecologie en urinewegaandoeningen
- Anti-infectieuze middelen
- Anti-inflammatoire middelen, en etnofarmacologie van het bewegingsapparaat en gewrichtsziekten
- Maligne aandoeningen en immunosuppressie
- Ethnofarmacologie van stofwisselingsstoornissen
- Het raakvlak van voeding en geneeskunde, en voeding in de etnofarmacologie
Inzendingen moeten een korte toelichting bevatten op het traditionele gebruik van het geneesmiddel. Hoewel de sectie geïnteresseerd is in alle ziekten, zijn studies die zich richten op de toxicologie of klinische studies van medicinale planten, en onderzoek naar “armoedeziekten” en ziekten die veel voorkomen in “lage en middeninkomenslanden” bijzonder welkom.
Clinische proefartikelen zullen alleen voor beoordeling worden geaccepteerd als ze gerandomiseerd, dubbelblind, en placebogecontroleerd zijn. Een statistische power analyse of een verantwoording van de steekproefgrootte is ook verplicht.
Deze sectie onderschrijft ook de taxonomische normen die het belangrijkst zijn vastgelegd in het Kew MPNS portaal of een alternatieve bron zoals vermeld in deze bron.
Alle manuscripten die worden ingediend bij de gespecialiseerde sectie Etnofarmacologie moeten voldoen aan de best-practice beoordelingscriteria die zijn gedefinieerd als “De Vier Pilaren van Etnofarmacologie” om in aanmerking te komen voor collegiale toetsing. Let wel, alle inzendingen voor het tijdschrift Frontiers in Pharmacology waarbij plantenextracten of -preparaten worden gebruikt, moeten ook aan deze vier pijlers voldoen om in aanmerking te komen voor collegiale toetsing, ongeacht de specialisatiesectie, als basisnorm voor monsterkarakterisering. Waar nodig kunnen aanvullende criteria worden toegepast in andere gespecialiseerde secties.
De VIER PIJLERS VAN DE ETHNOPHARMACOLOGIE
Dit zijn een aantal verplichte richtlijnen die zijn ontworpen om de wetenschappelijke, culturele en ethische integriteit van het tijdschrift te handhaven, en die beschrijven wat de toonaangevende tijdschriften in het veld beschouwen als de basisaspecten van goed onderzoek (zie hier). “De vier pijlers van de etnofarmacologie zijn hieronder voor het gemak samengevat, maar gelieve de VOLLEDIGE VERSIE van deze richtlijnen te raadplegen alvorens een manuscript in te zenden naar deze sectie.
1. Farmacologische vereisten
a) Traditionele context – De focus van de farmacologische experimenten moet worden gekoppeld aan de traditionele context en moet worden beschreven in de inleiding
b) Er moet duidelijk bewijs zijn (gebaseerd op een review van de gepubliceerde literatuur) voor de nieuwheid van deze studie
c) Geloofwaardige experimentele modellen – De methoden moeten state of the art zijn, of een geloofwaardig alternatief.
In het algemeen moeten netwerkfarmacologische studies worden uitgevoerd in combinatie met experimentele farmacologie (in vitro of in vivo) of zijn gebaseerd op een gedegen corpus van experimentele farmacologie. Netwerkfarmacologische studies moeten het farmacologische bewijs kritisch beoordelen om de potentiële effecten van een preparaat/(kruiden)product en de beperkingen van het bewijs te evalueren.
d) Dosis – ranges moeten therapeutisch relevant zijn
2. Specifieke eisen voor de samenstelling van het preparaat
De reproduceerbaarheid van etnofarmacologische experimenten is afhankelijk van een voldoende gedetailleerde beschrijving van het (de) gebruikte preparaat (preparaten). Of het onderzochte materiaal nu een ruw plantenextract is, een multikruidenpreparaat, een enkelvoudige verbinding uit een commerciële bron of geëxtraheerd uit een plant, de chemische en botanische samenstelling moet expliciet worden vermeld met gebruikmaking van gevestigde normen.
3. Experimentele en ethische basiseisen
a) Het onderzoek moet een substantiële bijdrage leveren aan de bestaande literatuur
b) Naleving van alle internationale ethische normen, waaronder naleving van de biodiversiteitsregelgeving, is essentieel
c) Het gebruik van dieren moet gerechtvaardigd zijn
d) De effecten van traditionele geneeskrachtige preparaten moeten wetenschappelijk getest kunnen worden
4. Specifieke eisen voor soorten artikelen:
Voor verschillende soorten artikelen gelden specifieke eisen. Deze zijn:
- Veldstudies
- Veiligheid van traditionele geneesmiddelen en toxicologie
- Reviews
- Systematic Reviews
- Meta Analyses