Illiet is een groep van nauw verwante niet-uitdijende kleimineralen. Illiet is een secundair mineraal neerslag, en een voorbeeld van een fyllosilicaat, of gelaagd alumino-silicaat. De structuur is een 2:1 sandwich van silica tetraëder (T) – aluminiumoxide octaëder (O) – silica tetraëder (T) lagen. De ruimte tussen deze T-O-T opeenvolging van lagen wordt ingenomen door slecht gehydrateerde kaliumkationen die verantwoordelijk zijn voor de afwezigheid van zwelling. Structureel lijkt illiet sterk op muscoviet met iets meer silicium, magnesium, ijzer en water en iets minder tetrahedraal aluminium en kalium tussen de lagen. De chemische formule wordt gegeven als (K,H
3O)(Al,Mg,Fe)
2(Si,Al)
4O
10, maar er is een aanzienlijke ionische (isomorfe) substitutie. Het komt voor als aggregaten van kleine monokliene grijze tot witte kristallen. Vanwege de kleine afmetingen is voor een positieve identificatie meestal röntgendiffractie of SEM-EDS-analyse (geautomatiseerde mineralogie) nodig. Illiet komt voor als een veranderd product van muscoviet en veldspaat in verweringsprocessen en hydrothermale omgevingen; het kan een bestanddeel van sericiet zijn. Illiet komt veel voor in sedimenten, bodems en argillaire sedimentgesteenten, alsmede in sommige laagwaardige metamorfe gesteenten. Het ijzerrijke lid van de illietgroep, glauconiet, in sedimenten kan worden gedifferentieerd door röntgenanalyse.
Mica- phyllosilicaten
(repeterende eenheid)
(K,H
3O)(Al,Mg,Fe)
2(Si,Al)
4O
10
9.EG.60
71.02.02d.02
Monoklien
Prismatisch (2/m)
(zelfde H-M symbool)
C2/m (no. 12)
Grijswit tot zilverwit, groenachtig-grijs
Kristalachtige aggregaten
{001} Perfect
1 – 2
1 – 2
. 2
Paarsachtig tot dof
wit
Translucent
2.6 – 2.9
Biaxiaal (-)
nα = 1.535 – 1.570 nβ = 1.555 – 1.600 nγ = 1.565 – 1.605
De kationenuitwisselingscapaciteit (CEC) van illiet is kleiner dan die van smectiet maar hoger dan die van kaoliniet, gewoonlijk rond 20 – 30 meq/100 g.
Illiet werd voor het eerst beschreven voorkomens in de Maquoketa schalie in Calhoun County, Illinois, VS, in 1937. De naam werd afgeleid van de typelocatie in Illinois.
Illiet wordt ook wel hydromica of hydromuscoviet genoemd. Brammalliet is een natriumrijk analoog. Avaliet is een chroomhoudende variëteit die is beschreven van de berg Avala, Belgrado, Servië.