Hysteropexie (baarmoederlift)

Vaginale en Uterusophanging Procedures

In de V.S. worden jaarlijks meer dan 120.000 gevallen van verzakking van de baarmoeder en de vaginale holte operatief behandeld. Prolaps
(of vallen) van een bekkenbodemorgaan (vagina, baarmoeder, blaas of rectum) treedt op wanneer het bindweefsel of de spieren in de lichaamsholte zwak zijn en niet in staat om het bekken in zijn natuurlijke oriëntatie te houden.

De verzwakking van het bindweefsel versnelt met de leeftijd, na de geboorte van het kind, met gewichtstoename en zware lichamelijke arbeid. Vrouwen met een bekkenbodemverzakking hebben meestal problemen met bekken- en vaginale druk, urine-incontinentie, vaginale ulceratie, seksuele disfunctie en/of het hebben van een stoelgang.

Sacrale colpopexie en hysteropexie

Sacrale colpopexie is een ingreep om een vaginale verzakking operatief te corrigeren waarbij mesh wordt gebruikt om de vagina in de juiste anatomische positie te houden. Deze ingreep kan enkele jaren na een hysterectomie worden uitgevoerd, of,
in dezelfde setting als een hysterectomie. Als alternatief kan voor vrouwen met een mogelijke toekomstige zwangerschap, of voor vrouwen die een baarmoederbesparende benadering wensen, een hysteropexie worden uitgevoerd. Hierbij worden mazen van binnenuit op de vaginale wand en de baarmoederhals geplaatst. Het gaas wordt dan
vastgemaakt aan een sterk ligament in het bekken.

sacral_colpopexy
Sacrale Colpopexie
sacral_hysteropexy
Sacrale Hysteropexie

In het verleden werden deze operaties uitgevoerd als een open operatie. Er werd een incisie van 15-30 cm in de onderbuik gemaakt om handmatig toegang te krijgen tot de inter-abdominale organen, waaronder de baarmoeder.

da Vinci® Sacrocolpopexie of Sacrale Hysteropexie

Bij deze ingreep wordt gebruik gemaakt van een ultramodern chirurgisch systeem waarmee uw chirurg een minimaal invasieve ingreep kan uitvoeren via 5 tot 6 kleine incisies. Via deze incisies worden speciale instrumenten ingebracht, en de chirurg zit in de operatiekamer aan een console (controlecentrum) naast de patiënt. De chirurg bestuurt elk instrument via de console, en een assistent is aanwezig aan de zijde van de patiënt.

Laparoscopische en Laparendoscopische Single-Site (LESS) Sacrale Colpopexie en Sacrale Hysteropexie

Laparoscopische benaderingen gebruiken 3 tot 4 kleine incisies. Een camera wordt ingebracht en speciale instrumenten worden door de chirurg gebruikt om de procedure uit te voeren. Bij LESS-ingrepen wordt slechts één incisie gemaakt, meestal in de buurt van de navel (navel). Speciale flexibele instrumenten worden via deze incisie ingebracht en gebruikt om de operatie uit te voeren. Omdat de incisie alleen in een natuurlijke opening zoals de navel wordt gemaakt, zijn de littekens vaak verborgen.

Wat houden deze operaties in?

Vaginale en baarmoederverwijderingsprocedures worden ofwel poliklinisch uitgevoerd, ofwel met een verblijf van gewoonlijk 23 uur in het ziekenhuis of in een ambulant chirurgisch centrum. Af en toe voeren we gelijktijdig een hysterectomie uit op het moment van de ophanging als er nog een baarmoeder aanwezig is. Aangezien bij deze ingrepen slechts kleine incisies met minimale dissectie worden gemaakt, is er minder ongemak en een snellere genezing. Gewoonlijk wordt een permanent gaasmateriaal, gemaakt van polypropyleen, vastgemaakt aan het vallende orgaan en vastgemaakt aan een sterk ligament in het bekken. Af en toe kan een aanvullende vaginale ingreep nodig zijn om de spieren onder de blaas of het rectum aan te spannen (cystocele/rectocele reparatie). Vaak wordt tijdens de operatie een vaginale sling geplaatst om stressincontinentie in de toekomst te voorkomen.

image-1

Wat zijn de risico’s en complicaties van sacrale colpopexie en hysteropexie?

Complicaties van dit type ingreep zijn zeldzaam, maar kunnen zich voordoen. De meest voorkomende complicaties zijn bloedingen en infecties, erosie of infectie van het transplantaatmateriaal (waarvoor mogelijk verdere chirurgie nodig is), letsel aan nabijgelegen structuren, pijn, onvermogen om te urineren (vasthouden van urine), terugkerende of verergerende incontinentie, nieuwe of verergerde vaginale prolaps, urgency of urge type-incontinentie.

Wat gebeurt er na de operatie?

Na de operatie kan uw vagina korte tijd ingepakt zijn met een gaasrolletje om als verband te dienen om bloeden te voorkomen. U kunt gedurende korte tijd een katheter hebben die uit de plasbuis of uit een kleine incisie boven de haargrens komt (een suprapubische buis of “SP” genoemd). In de meeste gevallen gaan de patiënten zonder katheter naar huis, omdat de meeste patiënten hun urinelozing in de verkoeverruimte doen. De katheter wordt geplaatst om u in staat te stellen uw blaas te legen, omdat er na de operatie vaak een zwelling optreedt waardoor u niet kunt plassen. Nadat de zwelling is afgenomen, zult u geleidelijk aan weer kunnen plassen. Het normale urinepatroon kan enkele weken uitblijven, dus er is geen reden tot ongerustheid. U kunt weer normaal gaan eten, maar u mag niet meer dan 6 glazen per dag drinken. U wordt naar huis ontslagen met verdovende pijnstillers. De pijntolerantie van iedere patiënt is verschillend; sommigen hebben na de operatie geen verdovende middelen nodig, terwijl anderen enkele dagen pijnstillers nodig hebben. Normaal gesproken adviseren wij ontlasting verzachtende middelen die vrij verkrijgbaar zijn.

U mag gedurende 4-6 weken na deze ingrepen niets zwaars tillen (meer dan 5 tot 10 pond). Bovendien moet u zich gedurende 4-6 weken onthouden van seksuele activiteit. Uw arts zal u vertellen wanneer het veilig is om uw gebruikelijke activiteiten te hervatten.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.