Hypercoagulabele toestand, pathofysiologie, classificatie en epidemiologie

Hypercoagulabele toestand is geen uniforme ziekte. Het is een complexe aandoening met een abnormale neiging tot trombose die al dan niet kan leiden tot trombose, afhankelijk van complexe gen-gen en gen-omgeving interacties. De prevalentie van de hypercoagulabele toestand hangt af van de etniciteit en de klinische voorgeschiedenis van de onderzochte populatie. De gevolgen van een hypercoagulabele toestand ten gevolge van trombose van aders en slagaders zijn momenteel de belangrijkste oorzaak van ziekte en overlijden in de ontwikkelde landen. De primaire hypercoagulabele toestand is een erfelijke aandoening die wordt veroorzaakt door een verlaagd niveau van natuurlijke antistollingsmiddelen ten gevolge van een kwalitatief defect of een kwantitatief tekort van een antitrombotisch eiwit, of verhoogde concentraties of functie van stollingsfactoren. De meeste tot op heden erkende erfelijke afwijkingen hebben weinig of geen effect op arteriële trombose en worden voornamelijk in verband gebracht met veneuze trombo-embolie. Arteriële trombose ontwikkelt zich meestal als een complicatie van atherosclerose en patiënten hebben meestal meer dan één traditionele risicofactor. Secundaire hypercoagulabele toestanden ontstaan meestal als gevolg van een groot aantal voorbijgaande of permanent verworven aandoeningen die de neiging tot vorming van bloedklonters vergroten. Nieuwe epidemiologische gegevens en klinische studies suggereren dat veel verworven risicofactoren in de pathofysiologie van arteriële en veneuze trombose elkaar overlappen en naast elkaar bestaan voor beide aandoeningen.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.