Belangen
Deze lineaire transformatie van de oorspronkelijke lineaire verzwakking maakt van de Hounsfield-schaal een relatieve schaal, in plaats van een absolute. Verschillende energieën van röntgenstralen resulteren in verschillende weefselabsorptie en dus verschillende HU’s. Uit vroege studies is gebleken dat de HU afhankelijk is van de verschillende CT-parameters. Het type reconstructiealgoritme, het ontwerp van de CT, en de kilovoltage van de röntgenstralen waren de belangrijkste factoren die werden geïdentificeerd. Deze factoren moeten worden gestandaardiseerd om van de HU een betrouwbaar diagnostisch meetinstrument te maken.
CT artefacten kunnen de metingen van de Hounsfield eenheid beïnvloeden. Een van de meest voorkomende CT artefacten, het beam-harden artifact, beïnvloedt de meting van de radiodichtheid. Polychromatische energieën omvatten de conventionele CT-röntgenstralen. Weefsel met een hoge dichtheid absorbeert selectief röntgenstralen met een lagere energie, waardoor de röntgenbundel wordt gewijzigd. Deze absorptie kan op haar beurt de absorptie van de röntgenbundel in het centrum van weefsel met hoge dichtheid veranderen en resulteren in een verandering van de HU, wat leidt tot ten onrechte verlaagde HU-metingen en een minder dichte, of donkerdere, indruk op CT-beelden. Moderne CT-machines kunnen dit artefact tijdens het reconstructieproces corrigeren.
De voortdurende vooruitgang van CT als diagnostisch hulpmiddel heeft geleid tot verschillende CT-ontwerpen. Verschillende CT-ontwerpen kunnen op hun beurt de HU veranderen. Zo kan cone-beam computed tomography (CBCT), die vooral in de tandheelkunde wordt gebruikt, de werkelijke HU niet weergeven zoals conventionele CT, maar vertoont wel een sterke correlatie. Bij Dual-energy CT (DECT) worden röntgenstralen van twee verschillende energieën gebruikt om extra informatie af te leiden en zo zowel anatomische als functionele informatie te verkrijgen. Gezien de afhankelijkheid van de HU van de energie, is het gebruik van de HU als kwantitatieve diagnostische parameter bij DECT beperkt. Hetzelfde geldt voor de protocollen met gereduceerde energie die tegenwoordig bij de CT-beeldvorming worden gebruikt.
Ten slotte mag niet worden vergeten dat de visualisatie van beelden op een CT is gebaseerd op verschillen in weefseldichtheid en radiodichtheid. In het geval van de beoordeling van een vreemd voorwerp op CT-beeldvorming zal het vreemde voorwerp, indien het een vergelijkbare fysieke dichtheid heeft als het weefsel waarin het is ingebed, een vergelijkbare HU hebben en moeilijk visueel door CT kunnen worden gedetecteerd. De radiologische evaluatie van een houten vreemd voorwerp is gecompliceerd, gezien het gevarieerde uiterlijk van hout en de veranderingen binnenin het hout. Er is documentatie waaruit blijkt dat een houten vreemd voorwerp een toenemende HU vertoont in de loop van de tijd.