Grant Green werd geboren in St. Louis op 6 juni 1931, leerde zijn instrument op de lagere school van zijn gitaarspelende vader en speelde al professioneel toen hij dertien was met een gospelgroep. Hij deed optredens in zijn geboortestad en in East St. Louis, IL, tot hij in 1960 naar New York verhuisde op aanraden van Lou Donaldson. Green vertelde Dan Morgenstern in een Down Beat interview: “Het eerste wat ik leerde spelen was boogie-woogie. Daarna moest ik veel rock & roll doen. It’s all blues, anyhow.”
Zijn uitgebreide basis in R&B gecombineerd met een beheersing van bebop en eenvoud die expressiviteit boven technische expertise stelde. Green was een voortreffelijk bluesvertolker, en zijn latere materiaal was voornamelijk blues en R&B, hoewel hij ook een wonderbaarlijke ballad- en standardsolist was. Hij was een bijzondere bewonderaar van Charlie Parker, en zijn frasering weerspiegelde dat vaak. Green speelde in de jaren ’50 met Jimmy Forrest, Harry Edison, en Lou Donaldson.
Hij werkte ook samen met vele organisten, onder wie Brother Jack McDuff, Sam Lazar, Baby Face Willette, Gloria Coleman, Big John Patton, en Larry Young. Tijdens de vroege jaren ’60 vestigden zowel zijn vloeiende, smaakvolle spel in orgel/gitaar/drum combo’s als zijn andere dates voor Blue Note Green als een ster, hoewel hij zelden het kritische respect kreeg dat andere spelers kregen. In het midden van de jaren ’60 was hij even van de scène verdwenen, maar hij kwam sterk terug in de late jaren ’60 en ’70. Green speelde met Stanley Turrentine, Dave Bailey, Yusef Lateef, Joe Henderson, Hank Mobley, Herbie Hancock, McCoy Tyner, en Elvin Jones.
Treurig genoeg onderbraken drugsproblemen zijn carrière in de jaren ’60, en ongetwijfeld droegen ze bij aan zijn ziekte aan het eind van de jaren ’70. Green werd in 1978 in het ziekenhuis opgenomen en stierf een jaar later. Ondanks een aantal nogal ongelijke LPs aan het eind van zijn carrière, vertegenwoordigt het grote corpus van zijn werk prachtige soul-jazz, bebop, en blues.
Een zwaar onderschatte speler tijdens zijn leven, Grant Green is een van de grote onbezongen helden van de jazz gitaar. Net als Stanley Turrentine, heeft hij de neiging om buiten de boeken te worden gelaten. Hoewel hij Charlie Christian en Jimmy Raney als invloeden noemt, heeft Green altijd beweerd dat hij naar blazers luisterde (Charlie Parker en Miles Davis) en niet naar andere gitaristen, en dat is te merken. Geen enkele andere speler heeft dit soort single-note lineariteit (hij vermijdt akkoordspel). Er is heel weinig intellectueel element in het spel van Green, en zijn techniek staat altijd in dienst van zijn muziek. En het is de muziek, eenvoudigweg, die Green uniek maakt.
Green’s spel is onmiddellijk herkenbaar – misschien wel meer dan dat van welke andere gitarist ook. Green is bijna systematisch genegeerd door jazz buffs met een neiging naar de koele kant, en hij is pas onlangs begonnen te worden gewaardeerd om zijn ongelooflijke muzikaliteit. Misschien heeft geen enkele gitarist ooit standards en ballads zo briljant gespeeld als Grant Green. Mosaic, het belangrijkste jazz reissue label van het land, heeft een prachtige collectie uitgebracht: The Complete Blue Note Recordings with Sonny Clark, met de beste albums van Green uit de vroege jaren ’60 plus onuitgebrachte nummers. Enkele van de beste voorbeelden van Green’s werk zijn hierop te vinden. ~ Michael Erlewine and Ron Wynn