Gowers’ sign | Journal of Neurology, Neurosurgery & Psychiatry

PSEUDO-HYPERTROPHIC MUSCULAR PARALYSIS

“De moeilijkheid om naar boven te gaan is vooral te wijten aan de zwakte van de strekkers van de knie en de heup. Het defect van de strekkers van de heup veroorzaakt dat de gang een eigenaardig oscillerend karakter heeft.

Het grootste gebrek is echter in het vermogen om van de vloer op te staan, en de meest karakteristieke eigenaardigheid is de manier waarop dit wordt bereikt, als het nog mogelijk is, en er geen voorwerpen in de buurt zijn, waarmee de patiënt zichzelf kan helpen. Hij heeft gewoonlijk niet voldoende kracht om de knieën te strekken wanneer het gewicht van de romp op het bovenste uiteinde van het dijbeen rust, dat dan een hefboom is waarin de kracht, uitgeoefend tussen het scharnierpunt en het gewicht, het minst voordelig werkt. Hij legt daarom zijn handen op de knieën, zijn armen brengen aldus een groot deel van het gewicht van het bovenste deel van de romp op het dijbeen dicht bij het scharnierpunt, tussen dit en de kracht, die dan in groter voordeel kan werken. Wanneer de knieën gestrekt zijn, kan de kracht van de strekkers van de heup voldoende zijn om het lichaam in de rechtopstaande positie te brengen, of de patiënt kan ze helpen door een opwaartse duw met de hand bij het afzetten. Indien deze strekkers echter zwak zijn, worden de handen vaak hoger en hoger op de dijen gebracht, waarbij ze beurtelings worden vastgegrepen, en zo de romp omhoog worden geduwd. Om zo de nodige steun te krijgen, moeten de knieën niet helemaal gestrekt zijn, en als hun strekkers geen kracht hebben, kan het hulpmiddel niet worden gebruikt en is de patiënt helemaal niet in staat om op te staan. In vele gevallen, vooral wanneer het strekken van de heup gemakkelijk is, bereikt de patiënt het strekken van de knieën op een andere manier; hij zet de handen op de grond, strekt de benen achter zich ver uit elkaar, en dan, met het hoofdgewicht van de romp rustend op de handen, door de tenen op de grond te houden en het lichaam naar achteren te duwen, slaagt hij erin de knieën gestrekt te krijgen, totdat de romp wordt ondersteund door de handen en de voeten, allen zo ver mogelijk uit elkaar geplaatst. Vervolgens worden de handen beurtelings langs de grond naar achteren bewogen, om een groter deel van het gewicht van de romp over de benen te brengen. Dan wordt één hand op de knie geplaatst, en een duw hiermee, en met de andere hand op de grond, is voldoende om de strekkers van de heup in staat te stellen de romp in de rechtopstaande positie te brengen.”

Deze voorbeeldige beschrijving wordt geïllustreerd door verscheidene uitstekende tekeningen, van zijn eigen hand, die hetzelfde meesterschap van eenvoudige precisie en duidelijke uiteenzetting tonen, die al zijn geschriften kenmerken.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.