Het laat ook zien hoe traag sommige staten reageren op de onderzoeken – Malta deed er 67 dagen over om te reageren op de eerste brief van de commissie, gevolgd door 42 dagen voor Cyprus.
Van zijn kant stuurde Bulgarije in oktober 2019 een brief naar de Europese Commissie, die een maand brief antwoordde.
Er werden er zes uitgewisseld met Bulgarije en negen elk met Cyprus en Malta, verspreid over oktober 2019 tot oktober 2020.
De kwestie heeft Cyprus en Malta onlangs doen belanden met de mogelijkheid om voor het Europees Hof van Justitie in Luxemburg te verschijnen over de paspoortverkoop, die volgens critici mensen met een criminele achtergrond aantrekt.
Een onderzoek van Al Jazeera onthulde vorige maand dat hoge Cypriotische ambtenaren manieren bespraken om het staatsburgerschap te verlenen aan een veroordeelde crimineel.
Het medianetwerk publiceerde 1400 uitgelekte documenten waaruit bleek hoe Cyprus voortvluchtigen in staat stelde het Cypriotische – en dus het EU- – staatsburgerschap te verkrijgen.
Van de drie zou Bulgarije in 2005 als eerste zijn regeling lanceren en mensen het staatsburgerschap aanbieden in ruil voor een investering van 1 miljoen euro.
Dat staatsburgerschap geeft hun vervolgens het recht om overal in de Europese Unie te wonen en te werken, wat een potentieel veiligheidsrisico met zich meebrengt.
Op de vraag of de Europese Commissie de brieven voor nadere inspectie wilde vrijgeven, beriep zij zich op de jurisprudentie.
De briefwisseling met Bulgarije is strikt bilateraal van aard, aangezien alleen de Commissie en de betrokken lidstaat erbij betrokken zijn,” aldus de Commissie in antwoord op een verzoek om vrijheid van informatie.
Zij voerde soortgelijke argumenten aan voor Malta en Cyprus, waarbij zij benadrukte dat er geen hoger openbaar belang was om deze brieven openbaar te maken, gezien de inbreukprocedures die al eerder waren gestart.
Hierdoor krijgen mensen, die geen banden met de Europese Unie hadden voordat zij soms miljoenen euro’s voor de paspoorten betaalden, het recht om te stemmen.
De commissie maakt zich ook zorgen over het feit dat kandidaat-lidstaten van de EU, evenals het Verenigd Koninkrijk, gebruik maken van soortgelijke regelingen die toekomstige klanten speciale toegang tot de EU bieden.
Het Verenigd Koninkrijk is niet langer lid van de Europese Unie.
Justitiecommissaris Didier Reynders zei in oktober dat de regelingen in die landen nog steeds worden gebruikt om investeerders aan te trekken via hun geprivilegieerde partnerschapsovereenkomsten of diverse toetredingspogingen met de EU.