Samenvatting en uitkomst van de zaak
Naar aanleiding van het arrest van het Europees Hof van Justitie uit 2014 in de zaak Google Spain SL tegen Spaans agentschap voor gegevensbescherming (AEPD), waarin het recht om te worden vergeten werd erkend, heeft de AEPD verschillende bevelen uitgevaardigd waarin Google Spanje werd opgedragen bepaalde informatie met betrekking tot Spaanse onderdanen te verwijderen. Google Spain vocht deze bevelen aan met het argument dat zij als dochteronderneming van Google Inc. geen controle had over de inhoud omdat haar functie beperkt was tot de promotie van diensten en acquisities. In hoger beroep was de administratieve kamer van het Spaanse hooggerechtshof het daarmee eens en bepaalde dat Google Inc. de enige verantwoordelijke voor de verwerking van gegevens was en dat zij derhalve als enige verantwoordelijk was voor het verwijderen van inhoud.
Facts
Uitmondend in het onderhavige beroep bij de administratieve kamer van het Spaanse hooggerechtshof, vaardigde de AEPD verschillende bevelen uit, waarbij Google Spanje werd verzocht persoonlijke informatie te verwijderen op grond van het recht om te worden vergeten. Google Spanje betwistte de bevelen met het betoog dat haar functie beperkt is tot de promotie van diensten en acquisities en dat zij zich niet bemoeit met de inhoud of het beheer van zoekmachines. Google Spanje voerde daarom aan dat het niet kan worden beschouwd als de “voor de verwerking verantwoordelijke” van gegevens in de zin van de EU-richtlijn 95/46/EG, de Spaanse wet 15/1999 van gegevensbescherming, evenals het arrest van het Europees Hof van Justitie van 2014 in de zaak Google Spain SL tegen Agencia Española de Protección de Datos.
In eerste instantie verwierp de Nationale Rechtbank van Spanje het standpunt van Google Spanje, redenerend dat Google Inc. en haar lokale dochteronderneming een bedrijfseenheid vormen en dat de laatste een onmisbaar onderdeel was van de werking van de zoekmachine. Google Spanje ging tegen deze beslissing in beroep bij de Administratieve Kamer van het Hooggerechtshof van Spanje.
Besluitenoverzicht
De belangrijkste vraag voor de Administratieve Kamer van het Hooggerechtshof was of Google Spanje, als dochteronderneming van het in Californië gevestigde Google Inc, kon worden beschouwd als een voor de verwerking verantwoordelijke en dus verantwoordelijk voor het verwijderen van informatie die in strijd werd geacht met het recht van een individu om te worden vergeten.
Op basis van het arrest van het Europees Hof van Justitie van 2014 in de zaak Google Spain SL tegen Agencia Española de Protección de Datos, EU-richtlijn 95/46/EG, Spaanse wet 15/1999 inzake gegevensbescherming en advies 1/2010 van de werkgroep gegevensbescherming, oordeelde het Hof dat een voor de verwerking verantwoordelijke de entiteit is die de middelen en doeleinden van de verwerking van persoonsgegevens vaststelt. Met betrekking tot internetzoekmachines oordeelde de Administratieve Kamer dat de voor de verwerking verantwoordelijke informatie die door derden is geplaatst of gepubliceerd, vindt en indexeert, en deze tijdelijk opslaat en beschikbaar stelt voor onlinegebruikers.
In dit geval oordeelde de Administratieve Kamer dat de functie van Google Spanje beperkt was tot het promoten van producten en het adverteren van diensten. Hij oordeelde dat, hoewel het Europees Hof van Justitie al had bepaald dat Google Inc. en haar dochteronderneming “onlosmakelijk met elkaar verbonden” waren, Google Spanje niet de vereiste functies had om als voor de verwerking verantwoordelijke te worden beschouwd.
De Administratieve Kamer oordeelde dat Google Inc. als enige verantwoordelijk is voor het bepalen van de doeleinden, voorwaarden en middelen voor de behandeling van gegevens en dat Google Spanje derhalve niet verantwoordelijk is voor de gegevens en derhalve niet kan worden verplicht de bevelen van het AEPD op te volgen.