Spookontmoetingen bleken een belangrijk onderdeel te zijn van de trauma-ontologie onder Cambodjaanse vluchtelingen in een psychiatrische kliniek, een belangrijk idioom van distress. Vierenvijftig procent van de patiënten had in de afgelopen maand last gehad van spookontmoetingen. De ernst van het lastig gevallen worden door geesten in de laatste maand was sterk gecorreleerd met de ernst van PTSS (r = .8), en onder patiënten die de laatste maand last hadden van geesten had 85,2% PTSS, versus onder degenen die niet zo’n last hadden, 15,4%, odds ratio van 31,8 (95% betrouwbaarheidsniveau 11,3-89,3), chi-kwadraat = 55,0, p < .001. Spookbezoeken kwamen voor in meerdere ervaringsmodaliteiten die konden worden ingedeeld in drie bewustzijnstoestanden: volledige slaap (d.w.z. in dromen), hypnagogie, d.w.z. bij inslapen of ontwaken (d.w.z. in slaapverlamming en in niet-SP hallucinaties), en volledig waken (d.w.z. in hallucinaties, visuele aura, somatische gewaarwordingen , en beenkrampen). Deze spookbezoeken gaven aanleiding tot meervoudige bezorgdheid – bijvoorbeeld over doodsangst of over het weggeroepen worden van de ziel – als deel van een uitgebreide kosmologie. Verschillende heuristische modellen worden gepresenteerd, waaronder een biocultureel model van de interactie tussen trauma en spookbezoek. Een uitgebreide casus illustreert de bevindingen van het artikel.