Dosering
De gebruikelijke dosering voor volwassenen is 1 gram intraveneus of intramusculair toegediend om de 8 tot 12 uur. De dosering en de toedieningsweg moeten worden bepaald door de gevoeligheid van de veroorzakende organismen, de ernst van de infectie, en de conditie en nierfunctie van de patiënt.
De richtlijnen voor dosering van FORTAZ® staan vermeld in tabel 3. Het volgende doseringsschema wordt aanbevolen.
* Hoewel klinische verbetering is aangetoond, kan geen bacteriologische genezing worden verwacht bij patiënten met chronische ademhalingsziekten en cystische fibrose. † De hogere dosis moet worden gereserveerd voor pediatrische patiënten met een verzwakt immuunsysteem of pediatrische patiënten met cystische fibrose of meningitis. | ||
Dosis |
Frequentie |
|
Volwassenen |
||
Gebruikelijke aanbevolen dosering |
1 gram intraveneus of intramusculair |
om de 8 tot 12 uur |
Ongecompliceerde infecties van de urinewegen |
250 mg intraveneus of intramusculair |
om de 12 uur |
Bot- en gewrichtsinfecties |
2 gram intraveneus |
om de 12 uur |
Gecompliceerde urineweginfecties |
500 mg intraveneus of intramusculair |
om de 8 tot 12 uur |
Ongecompliceerde longontsteking; milde huid- en huidstructuurinfecties |
500 mg tot 1 gram intraveneus of intramusculair |
om de 8 uur |
ernstige gynaecologische en intra-abdominale infecties |
2 gram intraveneus |
om de 8 uur |
Meningitis |
2 gram intraveneus |
om de 8 uur |
Zeer ernstige levensbedreigende infecties, |
om de 8 uur |
|
Zeer ernstige levensbedreigende infecties.levensbedreigende infecties, vooral bij immuungecompromitteerde patiënten |
2 gram intraveneus |
om de 8 uur |
Longinfecties veroorzaakt door Pseudomonas spp. bij patiënten met cystische fibrose met normale nierfunctie* |
30 tot 50 mg/kg intraveneus tot een maximum van 6 gram per dag |
om de 8 uur |
Neonaten (0-4 weken) |
30 mg/kg intraveneus |
om de 12 uur |
Zuigelingen en kinderen (1 maand-12 jaar) |
30 tot 50 mg/kg intraveneus tot een maximum van 6 gram per dag† |
om de 8 uur |
beperkte leverfunctie
De dosering hoeft niet te worden aangepast voor patiënten met leverdisfunctie.
verzwakte nierfunctie
Ceftazidime wordt door de nieren uitgescheiden, bijna uitsluitend door glomerulaire filtratie. Daarom, bij patiënten met verminderde nierfunctie (glomerular filtration rate <50 mL/min), wordt geadviseerd dat de dosering van ceftazidime wordt verminderd om zijn langzamere uitscheiding te compenseren. Bij patiënten met vermoede nierinsufficiëntie, kan een aanvankelijke laaddosis van 1 gram FORTAZ® worden gegeven. Een schatting van de GFR moet worden gemaakt om de juiste onderhoudsdosering te bepalen. De aanbevolen dosering is weergegeven in Tabel 4.
OPMERKING: ALS DE IN TABEL 3 AANBEVOLEN DOSERING LAGER IS DAN DE DOSERING DIE WORDT AANBEVOLEN VOOR PATIËNTEN MET EEN RENAAL INSUFFICIËNTIE zoals aangegeven in tabel 4, DIENT DE LAAGSTE DOSERING TE WORDEN GEBRUIKT. |
||
Creatinineklaring (ml/min) |
Aanbevolen Eenheidsdosis van FORTAZ® |
Frequentie van dosering |
1 gram |
om de 12 uur |
|
1 gram |
om de 24 uur |
|
500 mg |
om de 24 uur |
|
minder dan 5 |
500 mg |
om de 48 uur |
Wanneer alleen serumcreatinine beschikbaar is, kan de volgende formule (Cockcroft’s vergelijking)1 worden gebruikt om de creatinineklaring te schatten. Het serumcreatinine moet een stabiele toestand van de nierfunctie weergeven:
Mannelijk: Creatinineklaring (mL/min) = |
Gewicht (kg) x (140 – leeftijd) 72 x serumcreatinine (mg/dL) |
Vrouwen: 0.85 x mannelijke waarde |
Bij patiënten met ernstige infecties die normaal gesproken 6 gram FORTAZ per dag zouden krijgen als er geen sprake was van nierinsufficiëntie, kan de eenheidsdosis uit bovenstaande tabel met 50% worden verhoogd of kan de doseringsfrequentie dienovereenkomstig worden verhoogd. Verdere dosering dient te worden bepaald door therapeutische controle, ernst van de infectie, en gevoeligheid van het veroorzakende organisme.
Bij pediatrische patiënten dient, net als bij volwassenen, de creatinineklaring te worden aangepast aan lichaamsoppervlak of magere lichaamsmassa, en de doseringsfrequentie dient te worden verlaagd in geval van nierinsufficiëntie.
Bij patiënten die hemodialyse ondergaan, wordt een laaddosis van 1 gram aanbevolen, gevolgd door 1 gram na elke hemodialyseperiode.
FORTAZ kan ook worden gebruikt bij patiënten die intraperitoneale dialyse en continue ambulante peritoneale dialyse ondergaan. Bij dergelijke patiënten kan een laaddosis van 1 gram FORTAZ worden gegeven, gevolgd door 500 mg elke 24 uur. Naast IV-gebruik kan FORTAZ in de dialysevloeistof worden opgenomen in een concentratie van 250 mg voor 2 L dialysevloeistof.
Noot: In het algemeen moet FORTAZ worden gecontinueerd gedurende 2 dagen nadat de tekenen en symptomen van de infectie zijn verdwenen, maar bij gecompliceerde infecties kan een langere therapie nodig zijn.