Flebitis

Er zijn twee soorten flebitis. Het meest voorkomend is een zwelling van een ader dicht bij het huidoppervlak, meestal in het been. Dit wordt “oppervlakkige flebitis” genoemd. Zwelling van de aderen aan de binnenkant van het been komt minder vaak voor, maar is ernstiger. Dit wordt “diepe flebitis” genoemd.

Bij oppervlakkige flebitis wordt de aangetaste plek rood en pijnlijk. De pijn kan meestal worden behandeld met vochtige warmte, aspirine of ontstekingsremmende medicijnen.

De gevaarlijkere flebitis, diepe flebitis, veroorzaakt meestal meer pijn. Mensen met diepe flebitis hebben vaak koorts. Meestal kan worden bevestigd of de diepe aders zijn aangetast door een scan, een Doppler-onderzoek van de veneuze stroom, of door de manchet van een sfygmomanometer om het been te leggen om de bloedstroom te meten (plethysmografie). Mensen met deze vorm van flebitis hebben een verhoogd risico dat zich bloedstolsels vormen in de aderen en dat een van die bloedstolsels de longen bereikt (longembolie). Wanneer bij een patiënt diepe flebitis wordt vastgesteld, wordt hij meestal een week lang behandeld met een intraveneuze bloedverdunner (of anticoagulans). Tijdens deze periode wordt de patiënt ook gecontroleerd op bloedstolsels in de longen. Bij langdurig gebruik zal waarschijnlijk een antistollingsmiddel in tabletvorm worden voorgeschreven.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.