Vlooiencircus is een miniatuurcircus waar “performers” vlooien zijn. Het is meestal een circusattractie en vlooien treden meestal op in een klein model van een circus.
Het eerste geregistreerde optreden van vlooien was in 1578 toen Mark Scaliot, een horlogemaker, een piepkleine gouden ketting maakte samen met een piepklein slotje. Slot en ketting waren zo klein en licht dat ze door een vlo konden worden voortgetrokken. Volgens een ander verslag maakte de heer Boverick, een horlogemaker aan de Strand, in 1742 een kleine koets van goud, met alle details erop, en in het harnas vlooien die de koets voorttrokken. Het idee achter deze kunstnijverheid was de vaardigheid van de ambachtsman te tonen en vlooien dienden als “referentiekader” om verder te laten zien hoe klein iets is. Er is en informatie dat ene John Henry Mauclerc op 29 februari 1764 een “ivoren chaise” zag met vier wielen en met een figuur van een man die in de chaise paste en getrokken werd door een vlo. Charles Manby Smith zei dat hij in 1857 een klein koperen kanon op wielen zag dat ook werd getrokken door een vlo en dat deze show hem een penny kostte.
Na verloop van tijd begon dit soort ambacht af te nemen. Tegen de jaren 1830 verlegden straatartiesten de aandacht van voorwerpen naar de vlooien zelf. De vroegste vermelding van een vlooiencircus dateert uit 1812 en daarin wordt melding gemaakt van goudsmid Johann Heinrich Deggeller uit Stuttgart die optrad met zijn vlooiencircus. Louis Bertolotto, een in Italië geboren impresario, bracht zijn vlooiencircus in 1832 naar Londen. Zijn vlooien konden “Een eersteklas oorlogsman van 120 geweren” voortslepen, met zwaarden vechten en tweewielige koetsen trekken. Hij bleef zeer lang optreden, tot ver in de jaren 1870. John C. Ruhl bracht het vlooiencircus van Duitsland naar Californië. Er waren kleine vlooiencircussen in de Verenigde Staten tot in de jaren 1960. Er was een vlooiencircus in “Belle Vue Zoological Gardens”, in Manchester, Engeland, en het werkte tot 1970. Sommigen zeggen dat er nog steeds een vlooiencircus is – op het Oktoberfest in München, Duitsland.
Vlooien leven zeer kort – slechts enkele maanden, en kunnen niet worden afgericht. “Trainers” observeren vlooien om te zien welke springen en welke lopen en gebruiken ze op grond daarvan voor acts. Dan binden ze een harnas rond de nek van een vlo. Deze tuigjes zijn heel dun, gemaakt van goud (omdat van goud een heel dun draadje kan worden gemaakt), en blijven om een vlo voor de rest van zijn leven. De andere kant van de draad wordt vastgebonden aan een stut zoals een koets of andere kleine voorwerpen. Vlooien zijn zo sterk dat ze die kunnen trekken. Een andere veel voorkomende act in vlooiencircussen was een “vlooienmuziekband”. Vlooien worden op de basis van een vlooiencircus gelijmd en kleine muziekinstrumenten worden op de vlooien gelijmd. Wanneer de basis werd verwarmd, probeerden de vlooien te ontsnappen, maar omdat ze gelijmd waren, leek het alsof ze instrumenten bespeelden. Er zijn ook vlooiencircussen waarbij geen gebruik wordt gemaakt van vlooien maar van elektrische, magnetische en mechanische apparaten die het gedrag van vlooien simuleren.