Evelyn Granville, née Evelyn Boyd, (geboren 1 mei 1924, Washington, D.C., Amerikaanse wiskundige die als een van de eerste Afro-Amerikaanse vrouwen een doctorsgraad in de wiskunde behaalde.
Boyd behaalde in 1945 een graad in wiskunde en natuurkunde aan Smith College, Northampton, Mass. In 1949 promoveerde zij in de wiskunde aan de Yale University in New Haven, Connecticut, waar zij studeerde bij Einar Hille. Zij was de tweede Afro-Amerikaanse vrouw die een doctoraat in de wiskunde ontving. Van 1949 tot 1950 had zij een postdoctorale beurs aan de New York University, en van 1950 tot 1952 was zij universitair hoofddocent wiskunde aan de Fisk University, Nashville, Tennessee.
In 1952 werd Boyd wiskundige bij het National Bureau of Standards (NBS) in Washington, D.C., waar zij werkte aan raketlonten. Haar afdeling van de NBS werd later opgenomen door het Amerikaanse leger en werd de Diamond Ordnance Fuze Laboratories. Daar raakte zij geïnteresseerd in het nieuwe gebied van computerprogrammering, wat haar in 1956 naar het bedrijf International Business Machines (IBM) leidde. Zij werkte aan programma’s in de assembleertaal SOAP en later in FORTRAN voor de IBM 650, die de eerste computer was die bedoeld was voor gebruik in bedrijven, en de IBM 704. In 1957 ging ze werken voor IBM’s Vanguard Computing Center in Washington, D.C., waar ze computerprogramma’s schreef die banen volgden voor de onbemande Vanguard-satelliet en het bemande Mercury-ruimteschip. In 1960 verliet zij IBM en verhuisde naar Los Angeles, waar zij werkte bij het ruimtevaartbedrijf Space Technology Laboratories; daar werkte zij verder aan satellietbanen. In 1962 trad zij in dienst van het ruimtevaartbedrijf North American Aviation, waar zij werkte aan hemelmechanica en baanberekeningen voor het Apollo-project. In 1963 keerde ze terug naar IBM bij de Federal Systems Division als senior wiskundige.
Boyd keerde in 1967 terug naar het academische leven als assistent-professor in de wiskunde aan de California State University, Los Angeles. Het geven van de cursus wiskunde die vereist was voor degenen die leraar op een basisschool wilden worden, leidde tot een interesse in het wiskundeonderwijs. In 1970 trouwde zij met Edward Granville. In 1975 schreef zij samen met haar collega Jason Frand een leerboek, Theorie en Toepassingen van Wiskunde voor Leraren. Van 1985 tot 1988 doceerde zij informatica en wiskunde aan het Texas College in Tyler, en in 1990 werd zij benoemd tot hoogleraar wiskunde aan de Universiteit van Texas, ook in Tyler. Ze ging in 1997 met pensioen.