Veel van de populaire gebouw-energiesimulatieprogramma’s over de hele wereld bereiken hun maturiteit – sommige gebruiken simulatiemethoden (en zelfs code) die hun oorsprong vinden in de jaren zestig. Gedurende meer dan twee decennia heeft de Amerikaanse regering de ontwikkeling gesteund van twee programma’s voor energie-simulatie van gebouwen die elk uur worden uitgevoerd, BLAST en DOE-2. Deze programma’s zijn ontworpen in de tijd van mainframe computers, maar het verder uitbreiden van hun mogelijkheden is moeilijk, tijdrovend en duur geworden. Tegelijkertijd is er in de afgelopen 30 jaar aanzienlijke vooruitgang geboekt op het gebied van analyse- en rekenmethoden en -kracht, waardoor deze hulpmiddelen aanzienlijk kunnen worden verbeterd.
In 1996 is een federaal bureau in de VS begonnen met de ontwikkeling van een nieuw simulatie-instrument voor gebouwenergie, EnergyPlus, voortbouwend op de ontwikkelingservaring met twee bestaande programma’s: DOE-2 en BLAST. EnergyPlus bevat een aantal innovatieve simulatiefuncties – zoals variabele tijdstappen, door de gebruiker te configureren modulaire systemen die zijn geïntegreerd met een op warmte- en massabalans gebaseerde zonesimulatie – en in- en uitvoergegevensstructuren die zijn toegesneden op het vergemakkelijken van de ontwikkeling van modules en interfaces door derden. Andere geplande simulatiemogelijkheden zijn onder meer luchtstroming in meerdere zones, en simulatie van elektrische energie en thermische en fotovoltaïsche zonne-energie. Betatests van EnergyPlus zijn eind 1999 begonnen en de eerste versie is gepland voor begin 2001.