Elsie de Wolfe, voluit Ella Anderson de Wolfe, getrouwde naam Lady Mendl, (geboren 20 december 1865, New York, New York, V.S.overleden 12 juli 1950, Versailles, Frankrijk), Amerikaans binnenhuisarchitecte, gastvrouw en actrice, vooral bekend om haar vernieuwende en anti-Victoriaanse interieurs.
De Wolfe kreeg een privé-opleiding in New York en in Edinburgh, Schotland, waar ze bij familie van moeders kant woonde. Via die familie werd ze in 1883 voorgesteld aan het hof van Koningin Victoria en geïntroduceerd in de Londense society. Kort na haar terugkeer naar New York in 1884 werd ze een liefhebber van amateurtoneel, toen een populaire vorm van liefdadigheidsinzamelingsacties.
In 1890 kwam het gezin door de dood van haar vader in ietwat benarde omstandigheden terecht, en de Wolfe wendde zich tot het professionele toneel. Ze werd daarbij geholpen door haar goede vriendin, Elisabeth Marbury, een theateragent. Ze maakte haar debuut in Charles Frohman’s productie van Victorien Sardou’s Thermidor (1891) en toerde twee jaar lang met deze productie. In 1894 werd ze een vast lid van Frohman’s gezelschap. In 1901 vormde ze haar eigen gezelschap en presenteerde Clyde Fitch’s The Way of the World op Broadway en in een tournee van twee jaar. In 1905 trok ze zich terug van het toneel.
Op aanraden van Marbury en Sara Cooper Hewitt ging De Wolfe zich toeleggen op interieurdecoratie, toen nog een bijna uitsluitend mannelijk terrein. Haar reputatie als decorontwerpster, haar succes bij het inrichten van het huis dat zij en Marbury deelden, en haar connecties in de maatschappij hielpen haar vooruit op dit gebied. Architect Stanford White hielp haar aan een opdracht om het interieur te ontwerpen van de Colony Club, New Yorks eerste sociale club voor vrouwen. Daar demonstreerde zij haar kenmerkende ontwerpprincipes: eenvoud, luchtigheid (door het gebruik van spiegels en lichte tinten verf en stof), en visuele (in plaats van eenvoudige stilistische) eenheid. Haar opvallende succes vestigde haar als eerste professionele binnenhuisarchitecte van Amerika.
De Wolfe’s uitgesproken en uitgesproken anti-Victoriaanse smaak hielp de smaak van haar generatie vorm te geven. Een reeks artikelen van haar hand in Good Housekeeping en de Delineator werd gebundeld in het alom invloedrijke The House in Good Taste (1913). Haar welgestelde klanten brachten haar rijkdom, en zij en Marbury werden bekende gastvrouwen. In 1903 kochten en restaureerden ze de Villa Trianon in Versailles, Frankrijk, die een tweede centrum van hun sociale leven werd.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleef De Wolfe in Frankrijk en won het Croix de Guerre en het Legioen van Eer voor haar hulpverlening in ziekenhuizen, vooral bij gasverbrandingen. In maart 1926 trouwde ze met Sir Charles Mendl, een Britse diplomaat in Frankrijk. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog verhuisden zij naar Hollywood; Lady Mendl kreeg het Amerikaanse staatsburgerschap, dat zij door haar huwelijk was kwijtgeraakt, terug door een speciale wet van het Congres. Na de oorlog keerde de Wolfe terug naar Villa Trianon, waar ze in 1950 overleed. Haar autobiografie, After All, werd gepubliceerd in 1935.