Eldridge Cleaver, schrijver en burgerrechtenactivist, werd geboren op 31 augustus 1935 in Wabbaseka, Arkansas. Cleaver, een kind van zes, leefde in een gezin waar zijn vader zijn moeder mishandelde. De Cleavers verhuisden naar Phoenix, Arizona en vestigden zich uiteindelijk in Los Angeles, Californië waar Cleaver een groot deel van zijn jeugd doorbracht in en uit hervormingsscholen voor kleine misdaden. In 1957, op 22-jarige leeftijd, werd hij veroordeeld voor aanranding met de bedoeling een moord te plegen en eerst naar de San Quentin gevangenis van Californië gestuurd en daarna overgebracht naar de Folsom gevangenis. Als gevangene las Cleaver het grootste deel van zijn tijd werken van Thomas Paine, Voltaire, Karl Marx, en Richard Wright. Hij werd ook geïnspireerd door de leer van Malcolm X, die tijdens zijn opsluiting werd vermoord. Hun geschriften beïnvloedden hem om, in de gevangenis, een verzameling essays te schrijven over ras en de zwarte revolutie. Die essays werden gepubliceerd als het boek Soul on Ice in 1968, twee jaar na zijn vrijlating uit de gevangenis.
In 1966 sloot Cleaver zich aan bij de Black Panther Party for Self-Defense kort nadat deze was opgericht door Huey Newton en Bobby Seale in Oakland. Cleaver werd de eerste voorlichter van de partij. Het jaar daarop trouwde hij met mede Black Panther Party lid Kathleen Cleaver. Door de populariteit van Soul on Ice werd Cleaver al snel een van de bekendste Pantherleiders, een positie die nog werd versterkt door zijn kandidatuur voor het presidentschap van de Vredes- en Vrijheidspartij in 1968. Datzelfde jaar raakte Cleaver zwaar gewond tijdens een schietpartij tussen Black Panthers en de politie van Oakland. Toen Cleaver in 1975 naar de VS terugkeerde, onderging hij een politieke transformatie. Hij klaagde de Black Panther Party aan en vertelde de media dat hij een eerlijk proces zou krijgen in het Amerikaanse rechtssysteem. Na een lang juridisch gevecht liet de rechtbank de aanklacht wegens poging tot moord vallen en werd hij voorwaardelijk vrijgelaten voor mishandeling.
In de jaren tachtig bleven Cleavers politieke en religieuze opvattingen naar rechts opschuiven. Hij werd een wedergeboren christen, anticommunist en conservatief Republikein. In 1986 deed Cleaver een mislukte poging voor de Republikeinse nominatie voor een senaatszetel in Californië.
In de late jaren tachtig verliet Cleaver het politieke toneel. Hij raakte verslaafd aan crack cocaïne. In 1988 werd hij door een rechter voorwaardelijk veroordeeld wegens inbraak en cocaïnebezit. In 1992 werd Cleaver opnieuw gearresteerd voor cocaïnebezit, maar een rechter verwierp de aanklacht nadat hij had vastgesteld dat politieagenten hem ten onrechte hadden gearresteerd.
Als herstellende verslaafde nam Cleaver zijn toevlucht tot het evangelische christendom en sloot zich later aan bij de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen. Later vond hij werk als diversiteitsconsulent aan de Universiteit van La Verne, nabij Los Angeles. Op 1 mei 1998 overleed Cleaver in Los Angeles op 62-jarige leeftijd.