Auteurs in Frankrijk hebben 3.471 volwassenen die een snelle intubatie ondergingen voor een operatie (geen patiënten van de spoedeisende hulp of ICU) gerandomiseerd om ofwel druk op cricoid te krijgen ofwel een schijnmanoeuvre door een getrainde anesthesist wiens handelingen werden afgeschermd van het intuberende team door een laken.
Alle patiënten hadden <6 uur gevast of hadden een andere risicofactor voor aspiratie.
Er was geen verschil in het primaire eindpunt (pulmonale aspiratie gezien tijdens intubatie of door afzuiging onmiddellijk na intubatie). Patiënten hadden ook geen verschil in het aantal gevallen van aspiratiepneumonie. Bij de meeste patiënten die werden geïntubeerd met cricoïddruk duurde het langer om te intuberen (mediaan 27 seconden vs 23), en de operatoren hadden gemiddeld een slechter zicht op de stembanden.
Hoewel de studie ICU- en spoedafdelingpatiënten uitsloot, is de grote omvang ervan overtuigend. Om gerechtvaardigd te zijn, moet elke manoeuvre die het zicht op de glottis tijdens intubatie vermindert, daar aanzienlijke voordelen tegenover stellen. Cricoid druk lijkt geen voordelen te hebben.