Dolasetron

Dolasetron is een goed verdraagbaar geneesmiddel met weinig bijwerkingen. Hoofdpijn, duizeligheid en constipatie zijn de meest gemelde bijwerkingen van het gebruik. Er is ook een mogelijkheid tot verlenging van het QT-interval. Er zijn geen significante interacties tussen geneesmiddelen gemeld bij het gebruik van dit geneesmiddel. Dolasetron wordt afgebroken door het cytochroom P450-systeem van de lever en heeft weinig effect op het metabolisme van andere geneesmiddelen die door dit systeem worden afgebroken.

Intraveneus dolasetron is gecontra-indiceerd bij Chemotherapie-geïnduceerde misselijkheid en braken (CINV). Doxorubicine en cyclofosfamide zijn even emetogeen als cisplatine, en preventieve geneesmiddelen moeten altijd worden overwogen. De 5HT3-agonisten zijn de belangrijkste preventiemiddelen en worden vaak gebruikt in combinatie met andere geneesmiddelen, zoals corticosteroïden en de NK1-receptorantagonist aprepitant. De FDA heeft echter onlangs een mededeling over geneesmiddelen uitgegeven waarin staat dat de injectievorm van dolasetron, een 5HT3-agonist, niet langer mag worden gebruikt bij volwassen of pediatrische patiënten met CINV. Dolasetron injectie kan het risico op het ontwikkelen van torsade de pointes, een mogelijk fataal abnormaal hartritme, verhogen. Patiënten met onderliggende hartaandoeningen of bestaande hartritme- of hartritmestoornissen lopen een verhoogd risico. Hoewel de orale vorm van dit middel nog steeds kan worden gebruikt, moet worden begonnen met zorgvuldige controle en correctie van kalium- en magnesiumspiegels voorafgaand aan en tijdens de behandeling. Bovendien is bij oudere patiënten en bij patiënten met hartfalen, een trage hartslag, een onderliggende hartziekte en patiënten met nierinsufficiëntie monitoring met elektrocardiografie geïndiceerd wanneer dit middel wordt gebruikt. Aangeboren lang-QT-syndroom en geneesmiddelen die het PR- of QRS-interval verlengen zijn contra-indicaties voor dolasetrontherapie. Dolasetron injectie kan nog steeds worden gebruikt voor de preventie en behandeling van postoperatieve misselijkheid en braken, volgens de richtlijnen van de Food and Drug Administration.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.