Topische corticosteroïden werden ongeveer 50 jaar geleden in de geneeskunde geïntroduceerd. Zij vormen een belangrijke mijlpaal in de dermatologische therapie. Ondanks de aanmoediging om waargenomen bijwerkingen te melden, is de klinische praktijk van het melden slecht en onvolledig. Ook de bijwerkingen en de veiligheid van topische corticosteroïden worden in de medische literatuur verwaarloosd. De auteurs geven een geactualiseerd overzicht van hun bijwerkingenprofiel. Kinderen zijn meer vatbaar voor de ontwikkeling van systemische reacties op topisch aangebrachte medicatie vanwege hun hogere verhouding tussen het totale lichaamsoppervlak en het lichaamsgewicht. Cutane bijwerkingen treden regelmatig op bij langdurige behandeling en zijn afhankelijk van de chemische aard van het geneesmiddel, het middel en de plaats waar het wordt aangebracht. De meest voorkomende bijwerkingen zijn atrofie, striae, rosacea, periorale dermatitis, acne en purpura. Minder vaak voorkomende bijwerkingen zijn hypertrichose, pigmentveranderingen, vertraagde wondgenezing en verergering van huidinfecties. Van bijzonder belang is de mate van contactsensibilisatie voor corticosteroïden, die aanzienlijk hoger is dan algemeen wordt aangenomen. Systemische reacties zoals hyperglykemie, glaucoom, en bijnierinsufficiëntie zijn ook gemeld als gevolg van topische toepassing. De auteurs geven een bijgewerkt overzicht van lokale en systemische bijwerkingen bij toediening van topische corticosteroïden, inclusief het laatste FDA-rapport over de veiligheid van dergelijke steroïden bij kinderen.