Dit hoofdstuk bespreekt het geslacht Chlamydomonas en zijn genetica in de periode tussen 1830-1960. Het geeft een overzicht van de geschiedenis van het onderzoek naar soorten van het chlorofytengeslacht Chlamydomonas, met de nadruk op de genetisch belangrijke soort C. reinhardtii. De oorsprong van de belangrijkste laboratoriumstammen van deze soort wordt besproken (voor zover de historische gegevens dit toelaten), aangezien vragen over de identiteit van stammen belangrijk kunnen zijn bij modern experimenteel werk. Het hoofdstuk besluit met een bespreking van andere Chlamydomonas-soorten die in laboratoriumstudies meer dan terloops aandacht hebben gekregen. Andere experimenteel gebruikte Chlamydomonas-soorten, C. eugametos en C. moewusii, homothallische soorten: C. monoica, C. geitleri, en C. noctigama, Chlamydomonas nivalis, acidofiele soorten (C. acidophila), halotolerante soorten (C. reginae), soorten die grote hoeveelheden extracellulaire polysaccharide produceren (C. mexicana, C. ulvaensis, en C. sajao) komen ook uitvoerig aan bod. Chlamydomonas chlamydogama is een vitamine B12-behoeftige soort die vóór 1980 een bescheiden hoeveelheid experimentele aandacht kreeg. Chlamydomonas pallens, een gedeeltelijk chlorofyl-deficiënte, acetaat-behoeftige soort, is ook een natuurlijke B12 auxotroop en een testorganisme voor deze vitamine.