Beaufortzee

In de Beaufortzee leven trekvogels, Groenlandse walvissen en andere zeezoogdieren.

Wildlife of the Beaufort Sea

De Beaufortzee, een deel van de Noordelijke IJszee voor de noordkust van Alaska ten oosten van Point Barrow, is een rijk zeemilieu dat veel trekkende kustvogels, zeevogels en zeezoogdieren herbergt. Vogelsoorten van de Alaska WatchList die van dit gebied afhankelijk zijn, zijn onder meer de geelbek- en roodkeelduiker, de brant, en de gewone, bril- en koningspijlstaart. Er zijn zeven wereldwijd belangrijke vogelgebieden langs de kustvlakte en voor de kust. Zeezoogdieren die deze wateren bevaren zijn onder andere ijsberen, baardrobben, ringelrobben, gevlekte zeehonden, Pacifische walrussen, Groenlandse walvissen en Beluga walvissen.

Veel vogelsoorten die naar de Noordelijke Helling trekken om er in de zomer te broeden, trekken door de Chukchi Corridor, dan rond Point Barrow, of in omgekeerde richting in de herfst. Deze trek- en rustplaatscorridor in het voor- en najaar wordt waarschijnlijk gebruikt door de hele broedpopulatie koningsijsters in het westen van Noord-Amerika, die op de Audubon WatchList-soorten staan vanwege de teruglopende populatieaantallen. Op basis van satelliettelemetrie is het Utqiaġvik-gebied een concentratiegebied voor Steller’s Eiders. Koningseidereenden concentreren zich in Peard Bay en in de Beaufort-wateren in de buurt van de kust tijdens de voor- en najaarstrek en migratie. Spectacled Eiders trekken van juni tot oktober in grote concentraties door het gebied. Geelbek- en roodkeelduikers migreren tussen mei en oktober via deze corridor van en naar overwinteringsgebieden in Rusland. Langs de noordoostkust van de Tsjoektsjen maken allerlei kustvogels in geconcentreerde groepen een tussenstop. In Peard Bay komen tijdens het broedseizoen meer dan 56.000 kustvogels over, vooral rode franjepoten. Bij Elson Lagoon stoppen maar liefst 418.000 kustvogels tijdens de najaarstrek.

Het plat en de helling van de Beaufortzee zijn belangrijke migratiecorridors voor Groenlandse walvissen en Beluga-walvissen, die de meeste federale wateren in de Beaufortzee binnen 75 mijl van de kust omvatten. Zeezoogdieren zoals walvissen en ijsrobben die ’s zomers in de Beaufortzee leven, migreren in het voorjaar en najaar door Barrow Canyon. Zo trekken de Groenlandse walvissen in april en mei noordoostwaarts langs de kust van de Tsjoektsjenzee, voorbij Point Barrow, alvorens verder uit de kust te trekken op weg naar de Canadese Beaufortzee om daar in de zomer hun voedsel te zoeken. In de herfst volgen ze de kust van de Beaufortzee in Alaska terug naar het westen via Barrow Canyon, van eind augustus tot begin november. Beluga walvissen migreren ook twee keer per jaar door dit gebied tijdens de lente en de herfst.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.