Bantustan

Afzonderlijke zwarte thuislanden in Zuid-Afrika die vanaf 1951 werden gecreëerd en de hoeksteen vormden van de apartheid zoals die door de Nationale Partij en de meedogenloze Verwoerd werd gerealiseerd. Zij bouwden voort op de bestaande “reservaten” voor zwarten (Bantoes), die in 1913 en in 1936 waren ingesteld om hen van blanken te scheiden. De Bantoe Authoriteiten Wet van 1951 stelde in elk reservaat een hiërarchische gezagsstructuur in, die overeenkwam met de verschillende etnische groepen. Stamhoofden die niet meewerkten, werden afgezet. De Bantu Self-Government Act van 1959 voorzag in mechanismen voor zelfbestuur in deze gebieden, dat in 1963 voor het eerst werd toegekend aan de Transkei, het grootste afzonderlijke thuisland.

Daarna werden zelfbesturende thuislanden aangemoedigd om te kiezen voor onafhankelijkheid, want hoe meer zwarten tot een onafhankelijk thuisland behoorden, hoe minder er aanspraak konden maken op de Zuid-Afrikaanse nationaliteit. De Bantu Homelands Citizenship Act van 1970 bepaalde dan ook dat alle zwarten de nationaliteit van een van de thuislanden zouden aannemen, zelfs als zij er nooit een voet hadden gezet. Dit zou ervoor zorgen dat er op de lange termijn geen zwarte Zuid-Afrikanen zouden zijn. Transkei aanvaardde de onafhankelijkheid in 1976, gevolgd door Bophuthatswana (1977), Venda (1979), en de Ciskei (1981). Als scheppingen van de apartheid werden deze “landen”, waarvan het grondgebied wijd verspreid was over het oostelijk deel van Zuid-Afrika, niet internationaal erkend. Met de opmerkelijke uitzondering van Bophuthatswana waren hun regeringen corrupt, en hun belangrijkste ‘onafhankelijke’ inkomsten kwamen van de mogelijkheid om casino’s te exploiteren, aangezien gokken in Zuid-Afrika verboden was.

In werkelijkheid waren Bantustans uitgestrekte sloppenwijken zonder industrie of vruchtbare grond voor landbouw. De meerderheid van hun bevolking was afhankelijk van banen in Zuid-Afrika (b.v. 65% van de beroepsbevolking in Bophuthatswana), terwijl het grootste deel van het inkomen van hun regeringen afhing van rechtstreekse overdrachtsbetalingen van de Zuid-Afrikaanse regering (b.v. 80% in Transkei, 1985). De “onafhankelijke” bantoestans werden in 1994 opnieuw in Zuid-Afrika geïntegreerd, soms, zoals in het geval van Bophuthatswana, tegen de wil van de plaatselijke bestuurselites.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.