Atropine en scopolamine zijn klassieke muscarine cholinerge antagonisten die meerdere effecten hebben op het CZS. Deze middelen behoren tot de groep van de hallucinogene delirantia en veroorzaken deliriumachtige hallucinaties, hyperactiviteit, veranderde affectieve toestanden en amnesie. Aangezien delirantia de minst bestudeerde groep hallucinogenen blijven, vergen hun complexe en slecht begrepen profiel verder klinisch en preklinisch onderzoek. De zebravis (Danio rerio) ontpopt zich snel als een krachtig modelorganisme voor translationeel neuropsychofarmacologisch onderzoek. Hier karakteriseren we de acute gedragseffecten van atropine (60, 90 en 120 mg/L) en scopolamine (60, 120, 180 en 240 mg/L) in volwassen zebravissen die worden onderworpen aan de nieuwe tank (NTT), licht-donker (LDT) en schuiproeven. In het algemeen verhoogde atropine van 90 mg/L slechts in geringe mate de bewegingsactiviteit van de NTT, scopolamine van 120 mg/L veroorzaakte anxiogeenachtige NTT-effecten zonder andere gedragingen te beïnvloeden, en beide drugs verstoorden op vergelijkbare wijze het groepsgedrag van de zebravis bij de schopschoptest. Dit wijst op complexe en deels overlappende delirantia-achtige effecten van acute atropine en scopolamine bij zebravissen. De gedragsgevoeligheid voor deze middelen suggereert dat zebravissen potentiële screens zijn voor cholinerge delirante psychotrope middelen, wat ook verdere soort-overschrijdende in-vivo experimentele studies noodzakelijk maakt.