Anatomie, Thorax, Intercostale zenuwen Artikel

Nerves

De intercostale zenuwen kunnen in twee categorieën worden ingedeeld: typische intercostale zenuwen en atypische intercostale zenuwen. De typische intercostale zenuwen omvatten T3 tot en met T6, en de atypische intercostale zenuwen omvatten T1 tot en met T2 en T8 tot en met T11. De belangrijkste reden voor de twee afzonderlijke groeperingen is dat de typische intercostale zenuwen beperkt blijven tot hun eigen intercostale ruimten, terwijl de atypische spinale zenuwen voorbij de thoracale wand gaan en andere regio’s geheel of gedeeltelijk bevoorraden.

De typische intercostale zenuw loopt lateraal achter de sympathische stam en komt de intercostale ruimte binnen tussen het pariëtale borstvlies en het intercostale membraan, zoals hierboven beschreven. In de costale groef loopt hij langs de intercostale vaten en komt hij vóór de interne thoracale arterie. De belangrijkste takken van de typische intercostale zenuwen zijn de communicerende rami, de spiertakken, de collaterale tak, de laterale cutane tak en de anterior cutane tak. De rami communiceertakken bedienen het corresponderende thoracale ganglion door grijze en witte rami. De spiertakken voeden de intercostale spieren alsook de serratus posterior en superior. De collaterale tak innerveert de intercostale spieren, het pariëtale borstvlies en het periost van de rib. De laterale cutane tak gaat door de spieren van de laterale thoracale wand en splitst zich dan in anterieure en posterieure takken om cutane informatie te geven vanuit de huid van de laterale thoracale wand. De anterieure cutane tak is de eindtak van de typische intercostale zenuwen en verdeelt zich in mediale en laterale takken om de huid van de anterieure thoracale wand te bevoorraden.

De atypische intercostale zenuwen, T1 tot en met T2 en T7 tot en met T11, hebben een gecompliceerder verloop en hebben hun eigen routes naar innervatie in het menselijk lichaam. De eerste intercostale zenuw levert samen met de ventrale ramus van C8 wel enige bijdrage aan de onderste stam van de plexus brachialis. De rest van de eerste n. intercostalis mist zowel laterale als anterior cutane vertakkingen zoals bij typische intercostale zenuwen. De tweede intercostale zenuw heeft een tak die de n. intercostobrachialis wordt genoemd, en deze tak geeft cutane informatie vanuit de bodem van de axilla en de superieure regio van de bovenste extremiteit. In gevallen van coronaire hartziekte wordt de hartpijn die patiënten beschrijven aan de mediale zijde van de arm veroorzaakt door deze zenuw. De zevende tot en met elfde intercostale zenuwen lopen in de intercostale ruimten, maar vervolgens tot in de buikwand, waar zij spieren zoals de externe en interne oblique, de transversus abdominis en de rectus abdominis van voeding voorzien. Zij innerveren ook de huid en het pariëtale peritoneum.

Geef een antwoord

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.