Eerste trimester
De dracht wordt verdeeld in drie gelijke perioden of trimesters. Tijdens de eerste twee tot vier weken van het eerste trimester worden voeding en afvalstoffen door diffusie door het baarmoederslijmvlies verwerkt. Naarmate het trimester vordert, begint de buitenste laag van het embryo samen te smelten met het baarmoederslijmvlies en wordt de placenta gevormd. Dit orgaan neemt de voedings- en afvalbehoeften van het embryo en de foetus over, waarbij het bloed van de moeder voedingsstoffen aan de placenta doorgeeft en afvalstoffen daaruit verwijdert. Chemische stoffen van de foetus, zoals bilirubine, worden door de lever van de moeder verwerkt om te worden geëlimineerd. Sommige van de immunoglobulinen van de moeder zullen door de placenta passeren, waardoor passieve immuniteit tegen sommige mogelijke infecties ontstaat.
Inwendige organen en lichaamsstructuren beginnen zich tijdens het eerste trimester te ontwikkelen. Met vijf weken zijn de ledematen, de ogen, het hart en de lever in principe gevormd. Met acht weken is de term foetus van toepassing; het lichaam is in wezen gevormd. Het individu is ongeveer vijf centimeter lang en veel van de organen, zoals de longen en de lever, functioneren nog niet. Blootstelling aan giftige stoffen is vooral gevaarlijk in het eerste trimester, omdat alle organen en structuren van het lichaam zich dan nog aan het ontwikkelen zijn. Alles wat die ontwikkeling beïnvloedt, kan ernstige gevolgen hebben voor de overlevingskansen van de foetus.