Diagnose
Ischemische hartziekte gaat meestal gepaard met een onderliggende specifieke hartziekte.
Bij “stabiele” angina treedt pijn op de borst met typische kenmerken bij voorspelbare inspanningsniveaus. Er kunnen verschillende vormen van cardiale stresstests worden gebruikt om zowel symptomen op te wekken als veranderingen op te sporen met elektrocardiografie (EKG), echocardiografie (met behulp van echografie van het hart), of scintigrafie (met behulp van een radioactieve marker om de bloedopname door de hartspier te onderzoeken). Als een deel van het hart onvoldoende bloed lijkt te krijgen, kan coronaire angiografie worden gebruikt om vernauwingen van de kransslagaders vast te stellen en de geschiktheid voor angioplastiek of bypassoperatie te bepalen.
Cardiale stresstest: Een patiënt die een stresstest ondergaat. Deze test onderzoekt de bloedstroom naar het hart tijdens inspanning, en kan worden gebruikt als diagnostisch hulpmiddel bij ischemische hartziekte, coronaire hartziekte en hartfalen.
De diagnose van acuut coronair syndroom en myocardinfarct vindt doorgaans plaats op de spoedeisende hulp wanneer een patiënt zich meldt met acute pijn op de borst, gecombineerd met kortademigheid, misselijkheid, braken, hartkloppingen, zweten en/of benauwdheid. Er wordt een EKG verricht, waarbij wordt gezocht naar veranderingen die kenmerkend zijn voor een myocardinfarct. Als deze kenmerkende markers ontbreken, wordt hartschade opgespoord aan de hand van hartmarkers in het bloed die schade aan de hartspier aantonen. Als er geen aanwijzingen zijn voor schade of een infarct, wordt de diagnose “instabiele angina” gesteld. Afhankelijk van de risicobeoordeling kan bij deze patiënten gebruik worden gemaakt van stresstests of angiografie om coronaire hartziekte op te sporen.
Bij patiënten met hartfalen kunnen stresstests of coronaire angiografie worden uitgevoerd om onderliggende coronaire hartziekte op te sporen en te behandelen.