De Autosalon van Parijs van dit jaar is elektrisch, omdat autofabrikanten van over de hele wereld bijeen zijn gekomen om hun nieuwste – en vreemdste – concept- en productiemodellen van hybride en elektrische voertuigen (EV) te laten zien. Wat ooit een nichemarkt was, is nu mainstream geworden: volgens de Global EV Outlook 2016 van het IEA rijden er vandaag meer dan een miljoen EV’s op de weg.

Dit is welkom nieuws, vooral deze week nu het Akkoord van Parijs waarschijnlijk van kracht zal worden. IEA’s Tracking Clean Energy Progress 2016 laat zien hoe elektrische auto’s een van de weinige koolstofarme energietechnologieën zijn die op schema liggen om de klimaatdoelstellingen te halen.

Veel van deze vooruitgang komt van ’s werelds twee grootste automarkten – de Verenigde Staten en China – die in 2015 goed waren voor meer dan de helft van alle registraties van nieuwe elektrische auto’s over de hele wereld, volgens de analyse van het World Energy Investment 2016-rapport.

De goedkope benzine kan de trend enigszins hebben vertraagd, aangezien de verkoop van elektrische auto’s in de Verenigde Staten in 2015 met 4% daalde. Toch zijn ze in China bijna verdrievoudigd, tot meer dan 200 000 in datzelfde jaar. Dit was te danken aan beleid gericht op het verminderen van stedelijke vervuiling en het stimuleren van de Chinese industrie.

Hoewel dit indrukwekkende cijfers zijn, waren EV’s nog steeds slechts goed voor minder dan 1% van alle verkopen van nieuwe auto’s in 2015. Ervan uitgaande dat deze auto’s de verkoop van traditionele auto’s met verbrandingsmotor hebben verdrongen, zou dit hebben geleid tot een vermindering van de vraag naar olie met ongeveer 10 000 vaten per dag, of slechts 0,01% van de olie die dagelijks in de wereld wordt verbruikt.

Zelfs met snel dalende batterijkosten blijft het een ambitieuze uitdaging om de productie van EV’s op te voeren tot 20 miljoen in 2020 – het niveau dat nodig is om op koers te blijven voor de klimaatdoelstellingen. Bovendien worden elektrische auto’s in veel gevallen gesubsidieerd met overheidssubsidies en belastingverlagingen. Bij de huidige niveaus blijven subsidies levensvatbaar, maar na een bepaalde drempel zal dit steeds moeilijker worden.